integrale opdracht 7: Communicatieproblemen

communicatie problemen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

communicatie problemen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen
de student heeft inzicht hoe je communicatieproblemen kan voorkomen
soorten communicatieproblemen( problemen door beperkingen van zintuigen en /of spraakorgaan; bij coderen en decoderen van de boodschap, verschil in referentiekader en door ruis

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

effectieve communicatie is

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk  communicatieprobleem?
In de volgende 4 fragmenten zie je een communicatieprobleem.  Welk probleem is het?
1. Verschil in referentiekader
2. Verkeerd coderen van de boodschap; verkeerd overbrengen van de boodschap
3. Verkeerd decoderen van de boodschap; verkeerd begrijpen van de boodschap
4. Beperking van zintuigen en/of spraakorgaan;
5. Ruis


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1. Verschil in 
referentiekader

2. Verkeerd coderen van de boodschap; verkeerd overbrengen van de boodschap

3. Verkeerd decoderen van de boodschap; verkeerd begrijpen van de boodschap

4. Beperking van zintuigen en/of spraakorgaan;

5. Ruis
Elkaar niet verstaan door het lawaai in de kroeg
Moeilijke woorden gebruiken
Slechtziend zijn
Generatiekloof
Interpretatiefout
Stotteren

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metacommunicatie en ruis

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maak opdracht:
oefening 3 en oefening 6

Slide 21 - Tekstslide

oefeningen komen uit boek:
het grote vaardigheden boek:
communicatie en gesprekstechnieken met vragen, oefeningen, opdrachten, rollenspellen
2010

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metacommunicatie
Het doel van metacommunicatie is om een gesprek beter te laten verlopen.

''Hey, ik merk dat het wat luidruchtig is hier voor een gesprek, zullen we in het kantoor gaan zitten?''

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrekkingsniveau                              en                   gelijkwaardigheid

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrekkingsniveau
Het betrekkingsniveau laat zien
 hoe de inhoud van de boodschap
 opgevat zou moeten worden.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen reageren sterk op het betrekkingsniveau van communicatie. Als de manier van vragen iemand niet bevalt zal diegene de vraag niet zo snel beantwoorden. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gelijkwaardige relatie
Bij een gelijkwaardige relatie heb je beiden een even hoge status.
Als je met elkaar praat gelden dezelfde regels.

Vrienden en vriendinnen kunnen het makkelijk aan elkaar aangeven als ze het ergens niet mee eens zijn omdat de relatie gelijkwaardig is. De een is niet beter dan de andere.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een ongelijkwaardige relatie .

Slide 28 - Open vraag

antwoord;

Bij een ongelijkwaardige relatie heeft de ene persoon een hogere status dan de andere. Degene met de hogere positie mag en kan meer dan de ander.
Vaak heb je een ongelijkwaardige relatie met je baas. Jouw baas kan zeggen ''Ga dit nu doen'', terwijl jij dit omgekeerd niet kunt maken, want dat zou niet passend zijn.
Passende communicatie
Dit is communicatie die past bij de relatie. Bij een gelijkwaardige hoef je niks aan te passen.
Maar bij een ongelijkwaardige relatie dan gelden er vaak andere regels voor de persoon hoger of lager, waar je rekening mee moet houden.
Hou je je hieraan, dan communiceer je passend

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies