Oefenopdrachten H1tmH3

Oefenopdrachten Administratie
H1 t/m H3
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Oefenopdrachten Administratie
H1 t/m H3

Slide 1 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een productiebedrijf.

Slide 2 - Open vraag

Geef een voorbeeld van goederen die kunnen verslijten.

Slide 3 - Open vraag

Het bedrijf moet minimaal 15 jaar voortbestaan. Hoe noemen we deze bedrijfsdoelstelling?
A
Winst halen
B
Werk en inkomen
C
Maatschappelijk doel
D
Continuïteit

Slide 4 - Quizvraag

Je begint een fietsenzaak. Verzin een meetbare bedrijfsdoelstelling voor jouw bedrijf.

Slide 5 - Open vraag

Quincy begint een pizzatent. Hij produceert zo duurzaam mogelijk en probeert veel te recyclen. Dit is de bedrijfsdoelstelling:
A
Winst behalen
B
Maatschappelijk doel
C
Werk en inkomen
D
Continuïteit

Slide 6 - Quizvraag

Dit is een onderneming met een rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid.
A
VOF
B
NV
C
BV

Slide 7 - Quizvraag

De eigenaren van een bv zijn met hun complete vermogen aansprakelijk voor eventuele schulden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Alleen bv's en nv's moeten zich inschrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

De eigenaar van een eenmanszaak kan geen personeel in dienst nemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Hoe noemen we de eigenaren van een vof?

Slide 11 - Open vraag

Wat is het voordeel van het oprichten van een bv als je dit vergelijkt met een vof?

Slide 12 - Open vraag

Leg uit wat het verschil is tussen de investeringsbegroting en de financieringsbegroting.

Slide 13 - Open vraag

Je hebt de volgende gegevens:
Omzet €45.000
Inkopen €9.500
Bedrijfskosten 36.800
Bereken de nettowinst of het nettoverlies.

Slide 14 - Open vraag

Welk risico brengt het werken als zzp'er met zich mee?

Slide 15 - Open vraag

Een ander woord voor een lening is een ...
A
Begroting
B
Financieel plan
C
Afzet
D
Krediet

Slide 16 - Quizvraag

Alma heeft zelf € 25.500,- gespaard. Dat stopt ze helemaal in haar bedrijf. Ze heeft uitgerekend dat ze voor de inventaris € 25.000,- nodig heeft, en om de komende maanden door te komen nog eens € 6.000,-.
Bereken het bedrag dat Alma moet lenen.

Slide 17 - Open vraag

Noem de drie bedrijfsfuncties.

Slide 18 - Open vraag

Jan werkt bij een bedrijf waar hij mensen antwoord geeft op gestelde vragen via telefoon of mail. Onder welke bedrijfsfunctie kun je zijn werk onderverdelen?


A
Financiële functie: Administratie
B
Primaire functie: verkoop
C
Primaire functie: Marketing
D
Logistieke functie: Expeditie

Slide 19 - Quizvraag

Tot welk bedrijfsproces hoort de volgende taak:
Werkrooster opstellen
A
Primair proces
B
Ondersteunend proces
C
Besturend proces

Slide 20 - Quizvraag

Tot welk bedrijfsproces hoort de volgende taak:
Wc's schoonmaken
A
Primair proces
B
Ondersteunend proces
C
Besturend proces

Slide 21 - Quizvraag

Tot welk bedrijfsproces hoort de volgende taak:
Gesprek met een klant over een klacht
A
Primair proces
B
Besturend proces
C
Ondersteunend proces

Slide 22 - Quizvraag

Tot welk bedrijfsproces hoort de volgende taak:
Update van een computerprogramma installeren
A
Primair proces
B
Besturend proces
C
Ondersteunend proces

Slide 23 - Quizvraag

Tot welke ontwikkeling in bedrijfsprocessen behoort het volgende:
Online administratie bijhouden
A
Uitbesteden
B
Delen
C
Verandering arbeidsmarkt
D
Digitalisering

Slide 24 - Quizvraag

Tot welke ontwikkeling in bedrijfsprocessen behoort het volgende:
De administratie door een ander bedrijf laten doen
A
Delen
B
Verandering arbeidsmarkt
C
Combineren
D
Uitbesteden

Slide 25 - Quizvraag

Tot welke ontwikkeling in bedrijfsprocessen behoort het volgende:
Samen met andere bedrijven een administratiebedrijf opzetten.
A
Digitalisering
B
Uitbesteden
C
Delen
D
Verandering arbeidsmarkt

Slide 26 - Quizvraag