Voorzetsels bij stad, land, werelddeel 1

Voorzetsels bij landen en steden/dorpen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voorzetsels bij landen en steden/dorpen

Slide 1 - Tekstslide

Grammaire: Namen van landen + voorzetsel bij landen en plaatsen

In het Frans staat er altijd een lidwoord of een voorzetsel bij een aardrijkskundige naam.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Villes / villages
Om een stad of dorp aan te geven gebruik je het voorzetsel 'à'. 

Voorbeeld:
        Je vais à Paris 
        Je vais à Londres

Slide 4 - Tekstslide

Continents
Om continenten aan te geven gebruik je het voorzetsel 'en'. 

Voorbeeld:
        En Afrique  En Asie
        En Europe  En Amérique
        En Océanie
        

Slide 5 - Tekstslide

Pays
  • Bij landen heb je drie opties: en / au / aux

  • Om te bepalen welk voorzetsel bij welk land hoort, moet je het geslacht weten van het land. 



Slide 6 - Tekstslide

Pays 
  • 'En
  • Féminin (vrouwelijk) > deze eindigen op een 'e'
  • (en Espagne) (en France)

Slide 7 - Tekstslide

Pays
  • 'au'
  • Masculin (mannelijk)
  • Eindigt niet op een e 
    ( au Danemark, au Canada, au Pérou, au Japon) 

Slide 8 - Tekstslide

Pays
  • Aux
  • Pluriel (meervoud, eindigt meestal op een -s)

Voorbeeld: 
        Aux États-Unis
        Aux Pays-Bas

Slide 9 - Tekstslide

Résumé
à =  dorp en steden
en = continenten en vr. landen
au = mannelijke landen
aux = Landen meervoud

Slide 10 - Tekstslide

Noa habite.........Espagne
A
en
B
au
C
à
D
aux

Slide 11 - Quizvraag

Je suis ........Danemark
A
en
B
au
C
à
D
aux

Slide 12 - Quizvraag

Je vais demain.......Pays-Bas
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 13 - Quizvraag

Belgique
A
Masculin
B
Féminin
C
Pluriel

Slide 14 - Quizvraag

Tu habites......Lille
A
en
B
au
C
à
D
aux

Slide 15 - Quizvraag

Qu'est-ce que tu as appris ?
Tu as une question?

Slide 16 - Open vraag

Lijst landen te leren f-n en n-f
l'Angleterre
l'Allemagne
la Belgique
l'Espagne
la France
la Grèce
l'Italie
la Hollande
la Pologne
la Suède
la Suisse
le Danemark
le Luxembourg
le Maroc
le Portugal 
le Canada
les Pays-Bas
les États-unis

Slide 17 - Tekstslide

L'Afrique Francophone

Slide 18 - Tekstslide

Quelques faits....
  • 116 millions d'Africains (en Afrique) parlent le français
  • Ils se répartissent sur 31 pays d'Afrique 
  • Il y a plus de francophones en Afrique qu’ailleurs dans le monde ! 
  • (plus qu'ailleurs=meer dan elders)
  • Le français y est parlé comme première ou deuxième langue 
  • Dans les classes supérieures, de la société le français est souvent la première langue 
  • Le français est toujours en montée (étudier et/ou travailler en France/Suisse/Canada) 
  • La francophonie est l’un des résultats de la colonisation.

Slide 19 - Tekstslide

Combien de personnes parlent français en Afrique ?
A
78 millions
B
152 millions
C
116 millions
D
31 millions

Slide 20 - Quizvraag

Tu fais les exercices sur Carte
Orange en ligne
Conversations 1  
 8AB, 9AB, 10, A2 en 11AB, A3
 (behalve 12ABC dus)

Slide 21 - Tekstslide

Tu n'as pas fini ?
Alors, tu finis pour demain. Ce sont les devoirs. 
Bonne chance !

Slide 22 - Tekstslide