Personalpronomen: Dativ und Akkusativ

MAVO 3
Oefenen Persoonlijke voornaamwoorden in 1e, 3e, 4e naamval
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

MAVO 3
Oefenen Persoonlijke voornaamwoorden in 1e, 3e, 4e naamval

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De 1e naamval of Nominativ gebruik je als het persoonlijk voornaamwoord het onderwerp is van de zin.

Slide 3 - Tekstslide

De 4e naamval of Akkusativ gebruik je als het persoonlijk voornaamwoord het lijdend voorwerp is van de zin.

Slide 4 - Tekstslide

De 3e naamval of Dativ gebruik je als het persoonlijk voornaamwoord het meewerkend voorwerp is van de zin.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vind je de naamval?
1: Kan je er aan/voor voor denken? 3e
2: Kan er Hij/ Hem plaatsen? Hij> 1e  Hem> 4e

Slide 6 - Tekstslide

Dativ (3) oder Akkusativ (4)?
Ich sehe .... (hem).
A
er
B
ihm
C
ihn

Slide 7 - Quizvraag

Dativ oder Akkusativ?
Ich bringe .... (haar) das Buch.
A
sie
B
ihr
C
Sie

Slide 8 - Quizvraag

Dativ oder Akkusativ?
Ich lade .... (jou) zu meinem Geburtstag ein
A
dich
B
du
C
dir

Slide 9 - Quizvraag

Dativ oder Akkusativ?
Erzählst du .... (mij) von deinem Urlaub?
A
mich
B
mir
C
ich

Slide 10 - Quizvraag

Dativ oder Akkusativ?
Was kann ich .... (u) geben?
A
Sie
B
Ihnen
C
Ihr

Slide 11 - Quizvraag

Dativ oder Akkusativ?
Ich besuch .... (haar) heute abend!
A
ihr
B
ihnen
C
sie

Slide 12 - Quizvraag

Ich schlage (hij)..... .
A
him
B
ihm
C
ihn
D
er

Slide 13 - Quizvraag

Dativ oder Akkusativ?
Hat er es (haar) ....... noch gesagt?
A
sie
B
ihr
C
ihm
D
hier

Slide 14 - Quizvraag

Wir geben (U)..... ein Geschenk.
A
Sie
B
ihnen
C
Ihr
D
Ihnen

Slide 15 - Quizvraag

Wir haben (jullie) ...... gesehen.
A
ihr
B
euch
C
ihnen
D
sie

Slide 16 - Quizvraag

Wir kennen (jou) ...... .
A
du
B
dich
C
dir
D
die

Slide 17 - Quizvraag

Wir zeigen (jou) ...... das Haus.
A
dir
B
dich
C
du
D
mir

Slide 18 - Quizvraag

Dativ oder Akkusativ?
Ich wünsche .... (jullie) einen schönen Tag!!!
A
ihr
B
sie
C
euch

Slide 19 - Quizvraag