Introductie circulair

Introductie SDG 12
circulair / biobased

Circulair/biobased voor het voortgezet onderwijs
Bewust maken wegwerpmaatschappij en   
Planeet vriendelijk consumeren
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeEconomie+2Middelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Introductie SDG 12
circulair / biobased

Circulair/biobased voor het voortgezet onderwijs
Bewust maken wegwerpmaatschappij en   
Planeet vriendelijk consumeren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelstellingen
  • Je herkent de wegwerpmaatschappij
  • Je herkent de SDG's
  • Je kunt uitleggen wat een circulaire en/of  biobased economie is. 
  • Je hebt kennis van meerdere begrippen die een rol spelen binnen een circulaire en/of  biobased economie.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wegwerpmaatschappij
De wegwerpmaatschappij

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel keldingstukken liggen er in je kledingkast?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen jullie met oude kleding?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met kleding die hier niet verkocht wordt?
A
Het wordt verbrand
B
Het wordt weggeven
C
Het wordt verkocht in 2e leven
D
Het wordt verkocht in het buitenland

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Op tafel staan producten uitgestald.
Vragen:
• Waar zijn de producten van gemaakt?
• Welke grondstoffen zijn gebruikt?
• Wat is de levensduur van een product?
• Wat gebeurt er met het product ná gebruik?

Slide 8 - Tekstslide

mobiele telefoon, bureaustoel, boeken, balpen en waterkoker. Eventueel wat producten uit de
kantine zoals een blikje energy, een flesje drinken, een verpakte koek.

Voorkennis activeren: Leerlingen hebben gehoord van grondstoffen, afval en verbranding, recyclen. De lineaire
economie. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SDG
https://www.sdgnederland.nl/de-17-sdgs/


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie:
Het maken van producten kost grondstoffen en energie en levert afval en uitstoot op. Omdat we maar over 1 aardbol beschikken, staan we voor de opgave om oplossingen te vinden voor ons consumptiegedrag.  
Daarom zijn er doelen afgesproken één daarvan is SDG 12 Duurzame productie en consumptie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biobased

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1: Wat betekent het woord ‘biobased’ wanneer we het
hebben over een biobased product?
A
Het product is goed te recyclen
B
Het product is composteerbaar
C
Het product is gemaakt van fossiele grondstoffen
D
Het is gemaakt met hernieuwbare grondstoffen

Slide 16 - Quizvraag

De term biobased verwijst naar het feit dat een product volledig of gedeeltelijk bestaat uit hernieuwbare materialen uit de natuur zoals bomen, planten of dieren.
Vraag 2: Wat is de beste omschrijving van een biobased
economie?
A
Een economie die niet meer volledig afhankelijk is van fossiele grondstoffen
B
Een economie die draait op biomassa als grondstof
C
Een economie die volledig circulair is
D
Een economie waarin we alleen nog maar energie opwekken door middel van zonnepanelen en windmolens

Slide 17 - Quizvraag

Een biobased economie is een economie waarin biomassa de grondstof is. Biomassa is een grondstof die hernieuwbaar is en er voor zorgt dat we geen fossiele grondstoffen meer nodig
hebben.
Vraag 3: Wat zijn enkel voorbeelden van biomassa?
A
Zand, water en kalk
B
Steen, staal en magnesium
C
Bomen, fruit en aardolie
D
Hout, mest en gras

Slide 18 - Quizvraag

Hout, mest en gras zijn alle drie vormen van biomassa. Deze grondstoffen zijn hernieuwbaar en blijven op Aarde beschikbaar komen binnen afzienbare tijd.
4. Wat is een circulaire economie?
A
Een economie met alleen biobased grondstoffen
B
Een economie met alleen windmolens voor het opwekken van energie
C
Een economie zonder fossiele grondstoffen
D
Een economie van gesloten kringlopen

Slide 19 - Quizvraag

In een circulaire economie worden grondstoffen na gebruik zoveel mogelijk teruggewonnen en hergebruikt. In tegenstelling tot een lineaire economie waarin veel grondstoffen nog verloren gaan doordat deze verbrand worden
Vraag 5 Hoe realiseren we een circulaire economie?

A
Door een aantal producenten die zorgen dat hun product circulair is
B
Door samenwerking tussen alle aaneengesloten bedrijven en instellingen
C
Door het transport wereldwijd te verduurzamen
D
Door te zorgen dat alle benodigde energie duurzaam opgewekt wordt

Slide 20 - Quizvraag

Voor het realiseren van een circulaire economie is het nodig dat er op grote schaal samenwerking plaatsvindt tussen allerlei partijen, grondstoffenleveranciers, producenten, transporteurs, recyclingbedrijven, etcetera.
Wat ga jij zelf doen om de wegwerpmaatschappij te veranderen?
A
Minder kopen
B
Onderzoeken waar het van gemaakt is
C
Meer repareren
D
Meer 2e hands kopen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga doen tijdens de excursie
  • Je gaat binnenkort op excursie naar Futureland, je ziet daar de vrachtschepen met al die spullen uit verre landen. Je ziet daar raffinaderijen tbv niet duurzame productie/energie.
  • Opdracht 
  • Zoek uit hoeveel raffinaderijen er zijn in dat gebied:
https://www.portofrotterdam.com/nl/vestigen/industrie-de-haven/raffinage-en-chemie/olieraffinage
  • Zoek uit welke energie bronnen olie kunnen vervangen?
  • Hoe noem het als een product van natuurlijke grondstoffen is gemaakt? kan worden?


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak zelf een bioplastic
differentiatie praktisch

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies