Schrijf drie manieren op hoe je de aandacht van de lezer kunt trekken.
Naast aandacht trekken doe je nog andere dingen in de inleiding. Geef er twee.
timer
5:00
Slide 4 - Tekstslide
Titel + Inleiding - Aandacht trekken door: - anekdote - opvallende stelling of mening - actuele gebeurtenis - het voordeel voor de lezer
- kennismaking met het onderwerp - richting geven aan de tekstopbouw - idee geven van het genre (tekstsoort/-doel)
Tekst
Middenstuk - uitwerking van het onderwerp in deelonderwerpen - uitwerking in hoofdstukken, paragrafen of alinea's - overzichtspunten: titels, kopjes, signaalwoorden
Slot - de afronding - terugblik op inleiding en de kern - krachtiger maken van strekking of boodschap (of een uitsmijter) - vaak de hoofdgedachte
Slide 5 - Tekstslide
Titel + Inleiding - Aandacht trekken door: - anekdote - opvallende stelling of mening - actuele gebeurtenis - het voordeel voor de lezer
- kennismaking met het onderwerp - richting geven aan de tekstopbouw - idee geven van het genre (tekstsoort/-doel)
Tekst
Middenstuk - uitwerking van het onderwerp in deelonderwerpen - uitwerking in hoofdstukken, paragrafen of alinea's - overzichtspunten: titels, kopjes, signaalwoorden
Slot - de afronding - terugblik op inleiding en de kern - krachtiger maken van strekking of boodschap (of een uitsmijter) - vaak de hoofdgedachte
Vraag: Zit dit al in je hoofd?
Slide 6 - Tekstslide
Schrijfopdracht
Schrijf een inleiding bij de tekst.
1. Kies één van de manieren om de aandacht te trekken van
de lezer.
2. Introduceer het onderwerp in zes tot acht zinnen.
Lees je eigen tekst. Schrijf de antwoorden op.
Geef antwoord op deze vragen:
1. Hoe trek je de aandacht van de lezer?
2. Is het duidelijk wat het onderwerp van de tekst is? Antwoord met 'ja' of 'nee'.
timer
4:00
Slide 7 - Tekstslide
Schrijfopdracht
Schrijf een inleiding bij de tekst.
1. Kies één van de manieren om de aandacht te trekken van
de lezer.
2. Introduceer het onderwerp in zes tot acht zinnen.
Geef je schrift aan iemand anders.
Lees de tekst. Schrijf de antwoorden op.
Geef antwoord op deze vragen:
1. Hoe trekt de schrijver de aandacht van de lezer?
2. Is het duidelijk wat het onderwerp van de tekst is? Wat is het onderwerp?
timer
6:00
Slide 8 - Tekstslide
Schrijf een inleiding bij de tekst.
Schrijf een inleiding van zes tot acht zinnen.
Neem op papier mee naar de les.
Slide 9 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
Deze manier van feedback heet peerfeedback, want je krijgt feedback van je klasgenoten (peers).
Zinvol?
Slide 10 - Tekstslide
Huiswerk nakijken (pg 42, opdr 3 en 5)
Voorbeeld van een antwoord:
In de voorgaande tekst gaat het over het plezier van poëzie lezen. Waarschijnlijk
worden daar ook voorbeelden van gedichten gegeven.
Slide 11 - Tekstslide
Huiswerk nakijken (pg 42, opdr 3 en 5)
Slide 12 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
Periode 1:
De wandelaar van Adriaan van Dis
Slide 13 - Tekstslide
Huiswerk
Lees de tekst: 'Een avond in de Arena met de meester van de deadline journalistiek' (oefenboek pg. 44).
Maak opdracht 10 en 11, en:
Deel de alinea's van de tekst op in inleiding, kern, slot.
Lesduur is: 1 min
