4.4: Jakob
1 / 25
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Hoe werd Abraham door God geroepen?
A
door een brandende braamstruik
B
hij hoorde een stem uit de hemel
C
door drie mannen die bij hem op bezoek kwamen
Slide 7 - Quizvraag
Wat beloofde God aan Abraham?
A
Dat hij een goed leven zou leiden zonder zorgen.
B
Dat God beloofde dat hij een groot volk zou worden.
C
Dat hij heel rijk zou worden.
D
Dat hij geen vijanden heeft.
Slide 8 - Quizvraag
Abraham en Sara werden al oud, en er was nog steeds geen nakomeling. Welk plan bedacht Sara?
A
Abraham moest een kind krijgen met haar slavin Hagar
B
Abraham moest een zoon adopteren uit een ander volk.
C
Ze zouden maar kinderloos moeten blijven.
Slide 9 - Quizvraag
Wie is de oudste zoon van Abraham?
A
Isaak
B
Ismaël
Slide 10 - Quizvraag
Welke zoon moest Abraham offeren?
A
Isaak
B
Ismaël
Slide 11 - Quizvraag
Wat heeft Abraham uiteindelijk geofferd aan God?
A
Wierook
B
Zijn zoon
C
Een lammetje
D
Niets
Slide 12 - Quizvraag
Wie is de moeder van Isaak?
A
Hagar
B
Rebekka
C
Sara
D
Eva
Slide 13 - Quizvraag
Waarom wordt Abraham als het grote voorbeeld gezien voor alle gelovigen?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Wanneer ben jij jaloers op een ander?
Slide 16 - Woordweb
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Jakob moest vluchten voor zijn broer Ezau. Waarom?
A
omdat hij hem vieze soep had gegeven
B
omdat hij hem had bestolen
C
omdat ze verliefd waren op hetzelfde meisje
D
omdat hij zijn vader had bedrogen en de zegen van zijn broer had gestolen
Slide 23 - Quizvraag
Wat vind je ervan dat Jakob zo zijn eigen vader bedriegt?
