Slotles Tijd BB

Slotles Tijd BB
Dilemma:
in de tijd vooruit kunnen reizen
of
in de tijd terug kunnen reizen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slotles Tijd BB
Dilemma:
in de tijd vooruit kunnen reizen
of
in de tijd terug kunnen reizen

Slide 1 - Tekstslide

Soms kan het voelen alsof tijd langzaam of juist super snel voorbij gaat.
Waar kan dat door komen?
A
Doordat tijd kan vertragen/versnellen.
B
Doordat je iets heel leuk vindt of juist niet.
C
Dat voel ik nooit
D
Als je ergens op wacht en je geduld moet hebben voelt dat lang.

Slide 2 - Quizvraag

Hoelaat is het nu in Londen?

Slide 3 - Open vraag

Wat betekenen de grote stenen in de glazen pot?
A
Dat je het heel zwaar vindt
B
Iets wat heel belangrijk is en je niet zonder kunt.
C
De niet leuke dingen
D
Iets wat je helemaal niet belangrijk vindt

Slide 4 - Quizvraag

Daniël en z'n vrienden wilden het eten van de koning niet eten omdat:
A
Het hen niet lekker leek
B
Ze van hun ouders geen eten van vreemden mochten aannemen
C
Omdat het eten niet pastte bij de eetregels die ze geleerd hadden
D
ze bang waren dat God boos zou worden als ze er wel van zouden eten.

Slide 5 - Quizvraag

Daniël leerde van jongsaf aan over God:
A
Dat het belangrijk is je aan de regels te houden
B
Dat je altijd moet doen wat je ouders zeggen. Ook als ze er niet zijn.
C
Dat God het beste met je voor heeft.
D
Dat regels niet belangrijk zijn.

Slide 6 - Quizvraag

Challenge
Gemiddeld hebben mensen 40 seconden nodig om hun schoenen aan te trekken. Hoe snel kunnen we dat in onze klas?
Iedereen allebei je schoenen uit. Bij start trek je ze zo snel mogelijk aan. Steek beide handen in de lucht als je klaar bent. Schoenen moeten goed aan zijn en veters gestrikt.

Slide 7 - Tekstslide

Ik heb 's morgens genoeg tijd om op school te komen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Hoe heette alle mannen in het verhaal van de vuurtoren?
A
Joep
B
Joas
C
Jaap
D
Jonas

Slide 9 - Quizvraag

Daniël en z'n vrienden werden bijna gedood door het leger, omdat ze een droom niet uit konden leggen. Hoe wisten ze toch hun leven te redden?
A
Ze baden tot God en Hij gaf Daniël de droom en de uitleg.
B
Ze gingen raden wat het kon zijn en raadde het goed.
C
Ze hebben de koning afgeluisterd.
D
Er kwamen andere raadsmannen die konden uitleggen wat de droom was.

Slide 10 - Quizvraag

De koning had een toekomst droom. Wat zag hij in zijn droom
A
Een beeld van zichzelf
B
Een beeld die uit verschillende stukken bestond
C
Heel veel mensen die voor hem knielden
D
Een steen die in allemaal stukjes viel

Slide 11 - Quizvraag

Een persoon eet ongeveer 1 uur per dag. Hoeveel tijd eet een persoon tijdens zijn hele leven? De persoon leeft 90 jaar.
A
2 maanden
B
3,75 jaar
C
7,5 jaar
D
6 uur

Slide 12 - Quizvraag

Daniëls vrienden knielden niet voor het beeld van de koning. Ze werden daarom in een vuuroven/put gegooid. Hoe werden ze gered?
A
De soldaten die ze erin moesten gooien vonden het zielig en deden het niet.
B
Er waren ineens 4 mannen in het vuur. De 4de persoon zag er hemels uit volgens de koning.
C
Het vuur ging ineens uit.
D
De koning bedacht zich en gaf de mannen toch nog een kans.

Slide 13 - Quizvraag

Dit doe ik graag snel als een haas:

Slide 14 - Poll

Daniëls vrienden hadden weinig tijd om na te denken over welk antwoord ze de koning zouden geven. Hoe konden ze zo snel beslissen?
A
Ze hadden het vroeger al geleerd. Daardoor konden ze nu snel beslissen.
B
Er werd hun ingefluisterd wat ze moesten doen.
C
Ze waren meer bang voor God dan voor het vuur.
D
Ze wisten al dat God hen uit het vuur zou komen redden.

Slide 15 - Quizvraag

Dit doe ik graag met aandacht en rustig als een schildpad:

Slide 16 - Poll

Challenge
Hoe lang is 1 minuut?
Loop door de klas als jij denkt dat 1 minuut voorbij is ga je op je stoel zitten. Wie zit er het dichtstbij? 

Slide 17 - Tekstslide

Er waren raadsheren heel jaloers op Daniël. Ze bedachten een gemeen plan om Daniël uit de weg te ruimen. Wat was de wet die de raadsheren bedacht hadden?
A
Je mag maar 1 keer per dag bidden.
B
Je mag niet bij de leeuwen komen.
C
Je mag nooit meer iets vragen.
D
Je mag ,30 dagen lang, je vragen alleen aan de koning stellen.

Slide 18 - Quizvraag

Daniël heeft in deze verhalen gemerkt:
A
Dat God niet verandert ook al gaat de tijd wel door.
B
Dat God niet iemand is om bang voor te zijn.
C
Dat God het beste met hem voor heeft.

Slide 19 - Quizvraag

Dit vond ik leuk
aan de STEVig lessen van dit jaar:

Slide 20 - Woordweb

Deze tip heb ik voor de
STEVig juffen/meesters:

Slide 21 - Woordweb