7.2 Europa zonder grenzen?

Klas 4
Hoofdstuk 7 
Nederland Handelsland
7.2 Europa zonder grenzen? 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Klas 4
Hoofdstuk 7 
Nederland Handelsland
7.2 Europa zonder grenzen? 

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik les 7.1

Slide 2 - Tekstslide

7.1 Wat voeren we uit?
Lesdoel wat export Nederland oplevert
Invoer / import
Uitvoer / export
  • Nederland heeft een open economie
  • Tegenovergestelde: gesloten economie

Veel in- en uitvoer in verhouding tot het nationaal inkomen
weinig in- en uitvoer in verhouding tot het nationaal inkomen
Redenen import:
  • ons klimaat niet geschikt voor verbouwen bepaalde landbouwproducten
  • grondstoffen niet of beperkt in ons land aanwezig
  • producten uit het buitenland kunnen goedkoper en/of beter zijn
  • zorgt voor ruimere keuze voor consument
Redenen export:
  • export levert inkomsten
  • zorgt voor werkgelegenheid
  • Nederland zelf is maar kleine afzetmarkt
Vraag 2

Slide 3 - Tekstslide

lesdoel 2
waarom niet alle import voor Nederland bestemd is
Wederuitvoer

  • Eerst goederen invoeren, bewerken en weer uitvoeren

Slide 4 - Tekstslide

Import en exportquote
Importquote
het percentage van het nationaal inkomen (= wat totaal in een land wordt verdient) dat wordt uitgegeven aan import
Exportquote
het percentage van het nationaal inkomen (= wat totaal in een land wordt verdient) dat wordt verdeint met export

Slide 5 - Tekstslide

Betalingsbalans
Een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en ontvangsten uit het buitenland.
  • Inkomsten
  • Uitgaven
Export -> er komt geld het land in -> inkomsten
Import -> er gaat geld uit -> uitgaven

Slide 6 - Tekstslide

7.2 Europa zonder grenzen?
Lesdoelen
  • Welke afspraken er zijn binnen de EU
  • Waarom er ook verschillen zijn
  • Welke taken de Europese Centrale Bank heeft.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

7.2 Europa zonder grenzen? 
  • Europese Unie
  • 27 landen
  • Samenwerken op economische gebied

Slide 9 - Tekstslide

  1. Vrij verkeer van goederen en diensten
  2. Vrij verkeer van personen
  3. Vrij verkeer van kapitaal
Interne Markt (gemeenschappelijke markt)
Grenzen tussen de lidstaten zijn weggevallen

Slide 10 - Tekstslide

  • tarieven btw en vennootschapsbelasting
  • milieuregels
Veel samenwerking, maar ook verschillen...
Gelijkwaardige concurrentie belangrijk, dus regels gelijk maken -> harmonisatie

Slide 11 - Tekstslide

Een voordeel van de EU is dat alle EU-landen de Euro hebben.
A
Dat is zo.
B
Dat is niet zo.

Slide 12 - Quizvraag

wat is de EU?
A
Europese uien
B
excursie unie
C
euro uitgave
D
Europese unie

Slide 13 - Quizvraag

Binnen de EU is:
A
Vrij verkeer van goederen en diensten
B
Vrij verkeer van personen
C
Vrij verkeer van kapitaal
D
Alle drie juist

Slide 14 - Quizvraag

Zwitserland is lid van EU
A
nee
B
ja
C
misschien
D
vanaf 2024

Slide 15 - Quizvraag

Producten uit EU-landen mogen zo verkocht worden in andere EU-landen. Dit heet:
A
Interne markt
B
Europese Commissie
C
EU
D
lidstaten

Slide 16 - Quizvraag

EMU (Europese Monetaire Unie)
  • Landen die deelnemen aan de EMU vormen de eurozone
     Gezamenlijke munteenheid de Euro!!

  • ECB (Europese Centrale Bank) is de centrale bank van landen met de Euro

  • Een land moet aan bepaalde eisen voldoen om de euro te gebruiken.

Slide 17 - Tekstslide

Eisen voor landen om met de Euro mee te mogen doen:

  • Geen (te) hoge inflatie 
  • Tekort van de overheid mag niet meer dan 3% zijn van het BBP (anders moet dat land te veel/ vaak bijlenen)
  • De totale staatsschuld moet minder zijn dan 60% van het BBP (anders wordt er te veel "geregeld" in dat land met geleend geld => grote schulden)


Slide 18 - Tekstslide

Taken ECB

  • Zorgen voor prijsstabiliteit (behouden koopkracht Euro)
  • Bepalen rente voor de banken
  • In omloop brengen bankbiljetten

Slide 19 - Tekstslide

Vormen de EMU-landen samen de eurozone?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Waar staat de EMU voor?
A
Europese Moderne Unie
B
Europese Monetaire Unie
C
Europese Metaal Unie
D
Europa Voor Moeders Unie

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de EMU?
A
Alle landen binnen Europa
B
Alle landen binnen de Europese Unie
C
Alle landen die met de euro betalen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een EU- en EMU-land?
A
EMU landen gebruiken wel de Euro
B
EU landen gebruiken wel de Euro
C
EU landen horen tot de Europese Unie
D
EMU landen horen tot de Europese Unie

Slide 23 - Quizvraag

Ga nu maken:
Opgave 13 t/m15 blz. 208

Slide 24 - Tekstslide

Ga nu maken:
Opgave 17 t/m 21

Slide 25 - Tekstslide