Proeftoets Pluriforme samenleving

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Proeftoets Pluriforme samenleving

Wat bedoelen we met de dominante cultuur?

1. De cultuur van de oudere generatie
2. De subculturen die naast elkaar leven.
3. De cultuur van de meeste mensen in een land.
4. De cultuur van jongeren.

Met subcultuur bedoelen we cultuur die:

1. van een kleine groep mensen binnen de samenleving is.
2. hoort bij de grootste groep in de samenleving.
3. alleen populair is bij jongeren.
4. afgeleid is van de dominante cultuur.

Nederlanders van Egyptische afkomst zijn in ons land een:

1. dominante cultuur.
2. jongerencultuur.
3. etnische subcultuur.
4. subcultuur op basis van het geloof.

Met een pluriforme samenleving wordt een samenleving bedoeld waarin naast de oorspronkelijke bewoners ook mensen wonen van of uit verschillende:

1. etnische achtergronden met verschillende gewoonten.
2. landen die toegelaten zijn als politieke vluchtelingen.
3. landen uit Europa en de Verenigde Staten.
4. leeftijden.

Wat is een voorbeeld van een vooroordeel?

1. Je weet dat een buurjongen wel eens iets gestolen heeft.
2. Je vindt het goed dat je buurjongen keiharde muziek draait.
3. Je zegt dat je ouders jou té strenge regels opleggen.
4. Je denkt dat je neef wel eens stiekem blowt omdat hij altijd een hoodie draagt.

Je bent tolerant als je:

1. Je het altijd met de waarden en normen van anderen eens bent.
2. snel de waarden en normen van anderen overneemt.
3. het geen probleem vindt dat mensen andere normen en waarden hebben dan jij.
4. argumenten hebt om anderen van jouw normen en waarden te overtuigen.

In welke van de volgende situaties is er sprake van discriminatie?

1. De nieuwste clip van Rihanna is alleen voor kijkers van 18 jaar en ouder.
2. Voor de rol van Armin van Buuren in een film worden alleen blanke mannen opgeroepen.
3. Hun achternaam bepaalt welke sollicitanten een bedrijf uitnodigt voor een gesprek.
4. Vrouwen hebben vaker een parttime baan dan mannen.

Wie emigreren uit hun land vanwege de veiligheid?

1. Een vluchteling.
2. Iemand die vanwege gezinshereniging zijn land verlaat.
3. Iemand die door gezinsvorming naar Nederland komt.
4. Een arbeidsmigrant.

Een asielzoeker heeft in Nederland een verblijfsvergunning gekregen.
Na vijf jaar laat hij zijn vrouw en twee kinderen uit Sudan overkomen.
Hier is sprake van:

1. Gezinshereniging
2. Asiel
3. Gezinsvorming
4. Arbeidsmigratie

Wie kwamen er in de jaren 60 van de vorige eeuw vooral naar Nederland?

1. Irakezen omdat ze op de vlucht waren voor een oorlog in hun eigen land.
2. Asielzoekers uit Duitsland en België.
3. Turken en Marokkanen die op zoek waren naar werk.
4. Surinamers die een Nederlands paspoort hadden gekregen.

Er is sprake van …………….. als een nieuwkomer sommige Nederlandse gewoonten overneemt.
Welk woord is weggelaten?

1. integratie.
2. discriminatie.
3. segregatie.
4. spanningen.

Ali Yildirim wordt lid van de Turkse voetbalclub Türkiyemspor in Amsterdam. Hij spreekt een paar woorden Nederlands en heeft alleen Turkse vrienden en kennissen.
Dit is een voorbeeld van:

1. discriminatie.
2. integratie.
3. segregatie.
4. wederzijdse aanpassing.

Z’n vader was arbeidsmigrant, maar Driss is in Maastricht geboren. “Ik ga een paar keer per week naar de moskee, maar ik vier ook carnaval met m’n vrienden.”
Van welke vorm van aanpassen is hier sprake?

1. integratie
2. discriminatie
3. segretatie
4. assimilatie

Norah is in Nederland geboren. Haar ouders zijn allebei in Marokko geboren. Norah:

1. heeft een migratie-achtergrond.
2. heeft een verblijfsvergunning.
3. Is een vluchteling
4. Is een migrant

Wat is fundamentalisme in het geloof?

1. Het letterlijk nemen van de tekst van de heilige boeken.
2. Het geloof vertalen naar de huidige, moderne tijd.
3. Het aanpassen van het geloof aan de grondwet.
4. Het overnemen van delen van andere godsdiensten.

In een collectivistische samenleving:

1. vinden mensen het belangrijk om hun eigen keuzes te maken.
2. deel je alle bezittingen samen met anderen.
3. denk je meer vanuit het belang van jouw familie dan vanuit je eigen belang.
4. speelt de overheid een grote rol.

We noemen de Nederlandse dominante cultuur individualistisch. Wat bedoelen we daarmee?

1. Dat familiebanden erg belangrijk gevonden worden.
2. Dat de overheid bijna geen rol speelt in de samenleving.
3. Dat er weinig tot geen subculturen bestaan.
4. Dat de nadruk ligt op individuele vrijheid en persoonlijke ontwikkeling.

Zijn de uitspraken een vooroordeel of stereotype?
1. “Esther kan goed leren, want haar vader is arts.”
2. “Limburgers kun je niet verstaan.”

1. 1 is een vooroordeel, 2 is een stereotype.
2. 1 en 2 zijn vooroordelen.
3. 1 is een stereotype, 2 is een vooroordeel.
4. 1 en 2 zijn stereotypen.

Welke uitspraken zijn juist?
1. Je bent pas tolerant als je alles accepteert wat anderen doen of vinden.
2. Respect betekent dat anderen het met jouw normen en waarden eens zijn.

1. Alleen uitspraak 1 is juist.
2. Alleen uitspraak 2 is juist.
3. Uitspraak 1 en 2 zijn beide juist.
4. Uitspraak 1 en 2 zijn beide onjuist.