Hoofdstuk 1

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 3

Mens en Activiteit

Welkom!

Ga lekker zitten 

Wat gaan we doen vandaag?

PTA en hoe gaat dit jaar eruit zien? 

Boek activeren 

Start hoofdstuk 1 

Waar gaat deze module over?

Waarom is het handig om te weten hoe je een activiteit moet organiseren?

Voor wie kan je activiteiten organiseren?

Waar moet je rekening mee houden?

Naast theorie ook praktijk

1e activiteit is:

Sociaal-Wijkteam op donderdag 13 februari

Boek activeren

Ga naar Google Chrome en dan naar www.uitgeversgroep.nl/login 

Inloggen op de Uitgeversgroep

1.  Boek : Mens en Activiteit

Gebruikersnaam = inloggen op [e-mail]

Wachtwoord = je voornaam met Hoofdletter en je geboortejaar: Billy2010!

www.uitgeversgroep.nl

2. Naam voorop je boek en erin met je klas.

KENNISMAKEN MET ACTIVITEITEN EN ORGANISATIES

 

blz. 19 opdracht 1.01

Welke soorten activiteiten kennen jullie?

Welke organisaties binnen zorg en welzijn kennen jullie?

Soorten activiteiten

1. Sportieve activiteiten

Bij sportieve activiteiten denk je al snel aan voetbal of een HITT-training. Maar binnen zorg en welzijn gaat het om iedere vorm van beweging.

 

2. Recreatieve activiteiten

Recreatie betekent: ontspanning of vrijetijdsbesteding. Met deze activiteiten wil je bereiken dat mensen een plezierige tijd hebben.

Soorten activiteiten

 

3. Sociale activiteiten

Dit zijn activiteiten waarbij mensen contact kunnen maken met elkaar. Het doel van deze activiteiten is het bevorderen van sociale contacten.

 

4. Educatieve activiteiten

Dit zijn activiteiten waarbij je iets leert.

SOORTEN ACTIVITEITEN

Er zijn vier soorten activiteiten:

Recreatieve activiteiten

Educatieve activiteiten

Sportieve activiteiten

Sociale activiteiten

Kies de juiste foto bij
de soort activiteit.

Opdracht 1.02 blz.20

Welk soort activiteit is dit?

Welke activiteiten heb je in het filmpje gezien?

Benoem bij ieder soort activiteit een voorbeeld

Sportief 

Sociaal

Educatief 

Recreatief

Groeps- of individuele activiteit

Groepsactiviteit = met meerdere

Individuele activiteit = alleen

Soms kan het ook beide zijn.

Opdracht 1.07 blz.23

Thema activiteiten

Dit zijn activiteiten die gaan over een onderwerp waarmee deelnemers in een bepaalde periode ervaring in op doen.

Hieronder zie je drie thema’s staan. Welke activiteiten kun jij

 daarbij bedenken? Bedenk in twee-tal per thema drie soorten activiteiten en zet deze op de flipover.

Lente            Zomer                  Herfst                  Winter 

Voorlichtingsactiviteiten

Bij deze activiteiten wordt informatie gegeven over een onderwerp.

Bekijk de informatie video over burn-out klachten onder millenniums:

Opdracht 1.08 blz. 24

Homogene of Heterogene

Homogene groepen = mensen met dezelfde eigenschappen, interesses, leeftijden of hetzelfde geslacht.

Heterogene groepen = mensen met verschillende eigenschappen, interesses, leeftijden of verschillend geslacht.

Verticaal of Horizontaal

Verticale groep = groepen met deelnemers van verschillende leeftijden

Horizontale groep = zijn groepen waar deelnemers even oud zijn.

Verticaal of Horizontaal?

Organisaties binnen de zorg en welzijn

Welke ken je al?

Kinderopvang

Kinderopvang is een verzamelterm voor verschillende mogelijkheden om kinderen op te vangen als de kinderen niet naar school gaan of hun ouders niet thuis zijn.

Opdracht 1.11 blz. 29

Mens en Activiteit

Welkom!

pak je boek en een pen

en ga lekker zitten!

We gaan verder met H1

Er zijn verschillende vormen van kinderopvang

1.Kinderdagverblijf, deze biedt opvang voor kinderen van nul tot vier jaar.

2.Peuterspeelzaal, deze is bedoeld voor kinderen tussen de twee en vier jaar.

3.Buitenschoolse opvang(BSO), deze biedt opvang aan kinderen van 4 t/m 12 jaar die naar school gaan. Kinderen kunnen voor ze ‘s morgens naar school gaan, in de middagpauze en na school naar de BSO.

 

Een buurthuis en wijkcentrum

Een buurthuis of wijkcentrum is een activiteitencentrum van en voor bewoners in de buurt.

Jongeren/tienercentrum

Een jongeren/tienercentrum is een instelling waar jongeren, meestal schoolgaande jeugd, terecht kunnen om zich te ontspannen of om informatie te verkrijgen over thema’s of onderwerpen die aansluiten bij hun leefwereld.

(Crisis)opvangcentra

Soms raken mensen in de problemen dat zij tijdelijk /voor altijd geen woonruimte meer hebben.

Er zijn verschillende soorten opvang:

Crisisopvang: hier kunnen alle mensen terecht die heel erg in de problemen zitten. Dit is een tijdelijke oplossing.

Vrouwenopvang: Er bestaat voor vrouwen en eventueel kinderen, speciale opvang waar geen mannen worden toegelaten.

Asielzoekerscentra: deze zijn bestemd voor mensen die gevlucht zijn uit hun land. Ze wachten in een asielzoekerscentrum hun procedure af.

Dak en thuislozenopvang is bestemd voor mensen die geen huis of kamer hebben en die niet thuis kunnen wonen

Opdracht 1.16 blz.34

Opdracht 1.17 blz. 35

Het is inmiddels een mooie traditie: aan het einde van

het jaar maken cliënten en medewerkers van HVO-Querido

samen een kerstlied en video. Dit jaar is dat de samenwerking

van Het Ritme van de Stad. HVO-Querido is een organisatie

die zich bezighoudt met het o.a organiseren van crisis opvang, opvang voor dak en thuislozen.

Dagbesteding, 24-uurs zorg 

Dagbesteding bestaat uit activiteiten om overdag de tijd zinnig te besteden.

 

Voor wie is de dagbesteding? Voor mensen die door een handicap, een beperking, een ziekte
of ouderdom (nog) niet kunnen werken of naar school gaan.

Soms kunnen deze mensen ook niet in de nacht alleen zijn, 

dan hebben ze behoefte aan 24-uurs zorg.

Bijvoorbeeld:

Verpleeghuis

Zorgcentrum

Woonzorgcentrum. In een woonzorgcentrum woont iemand zelfstandig en huurt hulp/zorg in. Bijvoorbeeld een schoonmaker of een verpleegkundige. Voordeel van deze manier van wonen is dat je daar ook met je partner kunt wonen.

 

Gehandicaptenzorg

In de gehandicaptenzorg worden mensen met een beperking begeleid en verzorgd.

Dit kan een lichamelijke, geestelijke

of zintuiglijke beperking zijn.

Op de volgende dia’s zie je foto’s van verschillende beperkingen.

Weet jij om welke beperking het gaat?

Opdracht 1.20 blz.39

Maak hoofdstuk 1 af

Klaar? = aftekenen bij docent

Huiswerk voor morgen!

Hoofdstuk 1 afmaken, begin van de les hoofdstuk aftekenen bij docent.