HA - week 9 - Spelling - les 3

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met LessonUp
Zorg dat je de planning in de gaten houdt.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met LessonUp
Zorg dat je de planning in de gaten houdt.

Slide 1 - Tekstslide

- Welkom terug!
- Spelling herhalen + leerlijn afmaken


Doel:
- Je kunt meervouden op -en goed schrijven.


Wat gaan we doen vandaag:

Slide 2 - Tekstslide

Veel zelfstandig naamwoorden hebben een meervoud op -en.   Dat meervoud kun je op verschillende manieren maken:

- alleen -en erachter    (taart - taarten)
- -en erachter, maar laatste letterverdubbelen (bal- ballen)
- -en erachter, maar klinker weghalen (jaar - jaren)
- -en erachter, maar medeklinker veranderen (huis - huizen)
- het woord eindigt al op -e
    - ee: je zet -ën achter de laatste ee (zeeën)
    - ie:  let op klemtoon: ieën of iën (theorieën - oliën)

Meervouden

Slide 3 - Tekstslide

Welk woord komt overeen met 'kind' als je alleen kijkt naar de meervoudsvorm?
A
beroemdheid
B
Datum
C
Coupé
D
Lied

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis gelet op de meervoudsvorm?
A
Bangerik
B
Perzik
C
Griepprik
D
Havik

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:

celstraf

Slide 6 - Open vraag

Wat is het meervoud van:

porie

Slide 7 - Open vraag

Wat is het meervoud van:

paardenhoef

Slide 8 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een woord waarbij je voor het meervoud op -en een a, e, o of u moet weghalen.

Slide 9 - Open vraag

Wat:  Hoofdstuk 3 - spelling - hele leerlijn

Wanneer: Maandag, dinsdag en woensdag (na vandaag af)
Hoe: De meervoudsvormen waar je nu mee oefent, moet je kennen. Dus probeer te snappen waarom je sommige keuzes moet maken. (en je kunt het altijd opzoeken als je het niet weet!)

Thuis: als je klaar bent ga je trainen, dat ook af, dan mag je ander huiswerk maken
Op school: maak trainen, dit bespreken we als je klaar bent. 

Aan de slag

Slide 10 - Tekstslide