Bij de volgende pagina's staat linksboven het volgende plaatje:
Als je daar op klikt krijg je uitleg over de opdracht
Slide 2 - Tekstslide
Samen opdracht 67
Sam maakt paarse verf. Hij mengt daarvoor 2 delen blauw en 3 delen rood. Hij heeft nog een 500 mL rode verf. Van blauwe verf heeft hij nog genoeg. Neem de verhoudingstabel over in je schrift. Hoeveel milliliter paarse verf kan hij maken? Rond af op hele milliliters.
Slide 3 - Tekstslide
Uitwerking
Slide 4 - Tekstslide
Vervolg
Zet bij de pijtjes waar je door moet delen en waar je mee moet vermenigvuldigen
Slide 5 - Tekstslide
Vervolg
Wat je boven doet, doe je ook aan de onderkant
Slide 6 - Tekstslide
Stap 4
Dus: 5 / 3 * 500 = 833 mL
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht 70
Jordi maakt donkerpaarse verf. Hij mengt 5 delen blauw, 7 delen rood en 2 delen zwart. Hoeveel milliliter blauwe, rode en zwarte verf heeft Jordi nodig om 2500 mL paarse verf te maken?
Slide 8 - Tekstslide
Stap 1
blauw
5
rood
7
zwart
2
paars
14
1
2500
Slide 9 - Tekstslide
Stap 2
Slide 10 - Tekstslide
Stap 3
Slide 11 - Tekstslide
Stap 4
Blauwe verf: 5/14 x 2500 = 893 mL
Rode verf: 7/14 x 2500 = 1250 mL
Zwarte verf: 2/14 x 2500 = 357 mL
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht 70
Jordi maakt donkerpaarse verf. Hij mengt 5 delen blauw, 7 delen rood en 2 delen zwart. Welke breuk hoort bij rood?
Alle kleuren samen zijn 14 delen ( 5 blauw + 7 rood + 2 zwart)
Dus rood daar hoort bij de breuk
147=21
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht 70
Jordi maakt donkerpaarse verf. Hij mengt 5 delen blauw, 7 delen rood en 2 delen zwart. Bereken het percentage zwarte verf met een procententabel