- Gelijknamige ladingen stoten elkaar af, ongelijknamige ladingen trekken elkaar aan
e=−1,60⋅10−19C
Slide 11 - Tekstslide
Paragraaf 2
- I = stroomsterkte in Coulomb per seconde = Ampère
- Q = lading die passeert in Coulomb (altijd positief)
- t = tijdsduur waarin die lading passeert in seconde
I=tQ
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld
Tijdens een onweersbui slaat de bliksem in op een bliksemafleider. Daardoor loopt er gedurende 0,035 s een lading van 6,0 kC door de bliksemafleider.
Bereken de stroomsterkte in de bliksemafleider.
Slide 13 - Tekstslide
Uitwerking
t = ....
Q = ....
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeeld
Door een lampje loopt een stroom van 120 micro Ampère. Bereken het aantal elektronen dat per minuut het lampje passeert. Tip: bereken eerst de lading die er in die tijd passeert