Wk 15 hf 3 en 4 Formuleren

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

wk 15 - maandag 12 april

09.55 - 10.45 uur

Wat heb je nodig: leesboek, aantekenschrift, laptop, leerboek

1.  Lezen - 10 min.  

2. Signaalwoorden en verbanden tussen zinnen Hf 3 - 10 min.

Groep B werkt thuis zelfstandig verder.

3. Maak minimaal Startopdracht, 1, 3, 5c . Leer de theorie.
4. Terugblik op de les: Wat weet je nu?

Lezen tot 10.05 uur

Hf 3 Formuleren - Je leert over...

                 - verbanden tussen (delen van) zinnen;

                 - verschillende signaalwoorden die 

een verband tussen zinnen aangeven.

UITLEG

10.05 uur

(opdr 5c online) 

Er zijn want / omdat signaalwoorden

Let daarbij op de woordvolgorde!

Als ná het signaalwoord het onderwerp en de persoonsvorm naast elkaar staan, hoort het signaalwoord bij de want-groep.
vb. Bob neemt een ijsje, want hij (ow) houdt (pv) erg van zoetigheid.

Als het onderwerp en de persoonsvorm niet naast elkaar staan, hoort het signaalwoord bij de omdat-groep.
vb. Bob neemt een ijsje, omdat hij (ow) erg van zoetigheid houdt (pv).

Begin aan het huiswerk voor morgen

HF 3 Formuleren - leerroute staat uit!
Maak minimaal 

Startopdracht, 1, 3, 5c.
Leer de theorie.

Thuisgroep werkt nu zelfstandig verder.

10.40 uur
Hoeveel wist je al over
signaalwoorden en zinsverbanden?

😒🙁😐🙂😃

Hf 4 Formuleren

De leerroute staat uit!

Werk verder aan deze opdrachten van hf 4 Formuleren:

Startopdracht, opdrachten 1, 2, 3, 4, 7c, 8b.

Leer de theorie.

Aan de slag 

Formuleren hf 2 = Verwijzen naar de- en het- woorden.

Maak de opdrachten in jouw online leerroute.

Om 09.00 uur Terugblik op de les

wk 14 donderdag 8 april
Wat staat er in SOM?   Lesstof 

Alleen voor groep A - Stel je vragen over de toets Spelling.

1. Lever eerst de schema-opdracht verwijswoorden in via de Teams-chat.
2. Maak weektaak 14 = hf 2 Formuleren af.

    Volg de online leerroute.

3. Laat vóór het eind van de les weten welke leerroute je volgt
    en bij welke opdracht je bent.

Vanaf volgende week meenemen:

aantekenschrift

leesboek (kan op school blijven)

lidwoorden	de	het
woordgeslacht	m en v	o
verwijswoorden	die en deze	dit en dat
voorbeelden 3x	tafel - auto - kam	stuur - panel - bestuur
Ezelsbruggetje:de of het woord? Geef 3 voorb.	een gave trui een rode pen een leuke hond	een gaaf blad een rood bord een leuk feest

Het schema met woordgeslacht, verwijswoorden en voorbeelden.  

 12.50 uur - Terugblik/vooruitblik

Vooruitblik - Voor volgende week

Maak hf 2 Formuleren af.

Neem aantekenschrift Ne en leesboek mee.

Terugblik - Gebruik van verwijswoorden.

Polls - Wat weet je nu? Heb je iets geleerd?
Schrijf in de chat aan mij
welke leerroute je volgt en bij welke opdracht je bent.