4H: oefenopgaven 'Belasting'

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

In Nederland hebben wij een ........ belastingstelsel
A
degressief
B
proportioneel
C
progressief
D
rechtevenredig

Slide 2 - Quizvraag

Progressief belastingstelsel (box 1) houdt in ....
A
naar mate het inkomen stijgt, gaat men meer belasting betalen
B
naar mate het inkomen stijgt, gaat men relatief meer belasting betalen

Slide 3 - Quizvraag

Hoe rekenen we het belastbaar inkomen uit?
A
bruto inkomen - aftrekposten + bijtelling
B
bruto inkomen - betaalde hypotheekrente
C
bruto inkomen + eigenwoningforfait
D
netto inkomen - aftrekposten + bijtelling

Slide 4 - Quizvraag

Hoe rekenen we het netto inkomen uit?
A
bruto inkomen - aftrekposten + bijtelling
B
bruto inkomen - betaalde belasting in box 1
C
bruto inkomen - betaalde belasting in box 1 en box 3
D
belastbaar inkomen - betaalde belasting in box 1

Slide 5 - Quizvraag

Voorbeelden van aftrekposten zijn: hypotheekrenteaftrek, persoonsgebonden aftrek en reisaftrek.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Voorbeelden van bijtellingen zijn: eigenwoningforfait, bijtelling privégebruik auto van de zaak en vakantiegeld
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

De aftrek van de betaalde hypotheekrente zorgt voor een belastingvoordeel voor huiseigenaren met een hypotheek.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Dit belastingvoordeel berekenen we als volgt:

A
aflossing hypotheek x marginaal tarief
B
betaalde hypotheekrente + aflossing x marginaal tarief
C
betaalde hypotheekrente - eigenwoningforfait x marginaal tarief
D
hypotheekrente x marginaal tarief

Slide 9 - Quizvraag

De heer Feron heeft een bruto jaarsalaris van € 70.000. Op zijn huis heeft hij een hypothecaire schuld van € 200.000 waarover jaarlijks 4% rente betaald moet worden, hij lost per jaar 2% van de schuld af. De WOZ waarde is € 250.000.
Bereken de te betalen hypotheekrente.

A
0,04 x €200.000 = €8.000
B
0,04 x €250.000 = €10.000
C
0,02% x €200.000 = €4.000
D
0,02 x €250.000 = €5.000

Slide 10 - Quizvraag

Vraag 1. Bereken het belastingvoordeel voor de heer Feron als de hypotheekrente fiscaal aftrekbaar is. Zie bron blz. 139. Antwoord in getal, zonder €-teken, geen punten, wel komma.

Slide 11 - Open vraag

Fiscus en woning, antwoord vraag 1
Belastingvoordeel hypotheekrente aftrek = betaalde hypotheekrente - eigenwoningforfait x marginaal tarief = 
Betaalde hypotheekrente = 0,04 x €200.000 = €8.000
Eigenwoningforfait staat op €0
Marginaal tarief = 52% , het belastbaar inkomen = (€70.000 - €8.000=) €62.000. Het laatst gebruikte tarief is dus 52%
€8.000 x 0,52 = €4.160 belastingvoordeel 

Slide 12 - Tekstslide

Onderwerpen Belasting:
directe en indirecte belasting
inkomstenbelasting berekenen box 1
belastingtarieven, progressief, proportioneel, degressief, vlaktaks
gemiddelde- en marginale belastingdruk
aftrekposten, progressie, heffingskortingen
nevelleren en denivelleren
hypotheekrente aftrek
belasting berekenen in box 3, fictief tarief, fictief inkomen (rendement)

Slide 13 - Tekstslide

Volgende les: 
Alle onderwerpen voor het SE2 zijn behandeld. 
Verzekeren
Lenen
Belasting
Vanaf nu gaan we herhalen en oefenen.
Er staat een d-toets op de site. 
Succes! 




Slide 14 - Tekstslide