Grandes Lignes 5e ed. chap. 1, formatieve test

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

L'espace est le plus grand
L'espace est plus grand
L'espace est grand

Slide 2 - Tekstslide

de afstand

Slide 3 - Open vraag

de winkel

Slide 4 - Open vraag

het tv-programma/de uitzending

Slide 5 - Open vraag

Wederkerende werkwoorden:
hij staat op (opstaan = se lever)
A
il te lève
B
il se lève
C
il te lèves
D
il se lèves

Slide 6 - Quizvraag

Wederkerende werkwoorden:
wij heten (heten = s'appeler)
A
nous appelons
B
nous appellons
C
nous nous appelons
D
nous nous appellons

Slide 7 - Quizvraag

Wederkerende werkwoorden:
zij zijn niet naar bed gegaan
(naar bed gaan = se coucher)
A
il ne s'est pas couché
B
il ne s'est pas couchés
C
ils ne se sont pas couché
D
ils ne se sont pas couchés

Slide 8 - Quizvraag

Werkwoorden
Ik heb gehad (hebben = avoir)
A
je suis eu
B
j'ai avu
C
je suis avu
D
j'ai eu

Slide 9 - Quizvraag

Werkwoorden
Hij zal doen (doen = faire)
A
il fera
B
il ferai
C
il feras
D
il ferait

Slide 10 - Quizvraag

Werkwoorden
Wij waren (zijn = être)
A
nous serions
B
nous seriez
C
nous étions
D
nous étiez

Slide 11 - Quizvraag

Deze ruimte is even groot als de andere ruimte.
Cet espace ........................................................ l'autre espace.

Slide 12 - Open vraag

Het is de minst mooie auto.
C'est ...................................... voiture.

Slide 13 - Open vraag

Het is de kleinste afstand.
C'est la distance ....................................

Slide 14 - Open vraag

Vertaal:
Het is het beste idee.

Slide 15 - Open vraag

Vertaal:
C'est une voiture rapide.
A
Het is een mooie auto.
B
Het is een snelle auto.
C
Het is een grote auto.
D
Het is een leuke auto.

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal:
La voiture roule rapidement.

Slide 17 - Open vraag

Vertaal:
La voiture roule vite.
A
De auto rijdt snel.
B
De auto is snel.

Slide 18 - Quizvraag