kennislijn verpleegkunde blok 3

1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundeHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Tip: ook hier kan je een koppeling maken met de toets mbt casuistiek vragen. Op basis van een kortere versie van deze casus kan dus een vraag gesteld worden over diagnoses, ZMO e.d. 

Slide 6 - Tekstslide

Op basis van bepalende kenmerken kan je een label zoeken (de SIGNIFICANTE aanwijzingen: dus je moet ook weten wat normaal is). Diagnoses kunnen ook deels dezelfde bepalende kenmerken hebben. Hoe maak je dan je keuze voor een passende diagnose? Antwoord: lees eerst de definities nauwkeurig & kijk naar het doel: wat zou er met interventies moeten worden bereikt bij de patient? En uiteraard dubbel check: loop je gegevensverzameling nog eens na en verifier bij jouw patient.​
Voorbeeld (uit carpenito) beperkte inspanningstolerantie (doel: verbeteren uithoudingsvermogen) / chronische vermoeidheid (doel: technieken voor verbeteren van de energiebalans), en verstoorde slaap (doel: bevorderen van het slapen (bijv inslapen/ doorslapen/ slaapkwaliteit).​
 ​
Etiologie: kan het ontstaan of instandhouden van het problem verklaren. Let op: als verpleegkundige kijk je in de etiologie breed: verder dan een aandoening (deze is niet te veranderen) En je kijken ook naar kwaliteiten en bevorderende factoren: ook deze kunnen richting geven in het kiezen van je interventies.
Hoe gebruik je de NOC?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Elk van de genoemde zorgresultaten is op te zoeken in de NOC en dus concreet uit te werken in meetbare zorgresultaten (indicatoren)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent NIC?
A
nursing intervention classification
B
nursing interset classification
C
nursing interaction classification
D
nursing interview classification

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Hier een interventie gericht op gewichtstoename. Dit als voorbeeld laten zien omdat interventies gericht zijn op de etiologie. Een mogelijke oorzaak van een mobiliteitstekort is ondervoeding. Hierdoor passen deze interventies goed bij het verpleegkundig probleem. Laat de studenten uitleggen hoe de interventies gekozen worden. In overleg met de zorgvrager. Alleen de interventies die aansluiten bij de situatie en etiologie, niet standaard overnemen uit het boek. ​
Daarnaast deze voorbeelden om studenten te laten zien dat er meer is als carpenito. Veel studenten kennen alleen van naam NANDA, NOC en de NIC maar de boeken… ;-) 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tot 12:30h werken aan casus CW
12:30 tot 13:00h instructie IM stap 2
13:00 tot 13:50h werken aan IM stap 2

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
5
6
Kies programmastrategieen en op theorie gebaseerde interventiemethoden
Inventariseer behoeften en stel het probleem vast
Ontwerp een implementatieplan
Stel programma,- gedrags,- en veranderdoelen vast
Ontwerp een evaluatieplan
Produceer de onderdelen van het programma en de materialen

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

noem en leg uit: de 3 type doelen in stap 2 van IM

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal 1 voorbeeld van
diversiteit tijdens je stage

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Werkgroepopdracht 1

Illness <> Disease <> Sickness
Medical Pluralisme:
<> Professional Sector <> Popular sector <> Folk sector
Cultural interview
Cultural Safe

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkgroepopdracht 2
Ken jezelf
a) Wat wil je delen over je eigen socialisatieproces?
en (dus)
b) Hoe wil je dat jij persoonsgericht wordt benaderd

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Dimensie items van Leiningers SUNRISE model

Technologische factoren Toegang tot informatietechnologieën, toegang tot communicatiemiddelen, toegang tot de media en de pers, toegang tot elektronische adviezen in de woonplaats, toegang tot gezondheidsdiensten en -technologieën, en andere.

Religieuze en filosofische factoren Religieuze praktijken, raadpleging van traditionele genezers, betekenissen van het leven, individuele kracht, overtuigingen, spiritualiteit en gezondheid, persoonlijke waarden, normen en religieuze overtuigingen, vrijheid van denken en meningsuiting, institutionele waarden, prioriteiten en doelstellingen, sociale rollen, intra-institutionele communicatie, intersectorale communicatie, inter-institutionele communicatie, en andere.

Verwantschap en sociale factoren Familiestructuur, geboortepositie in het gezin, familiewaarden, rol van de ouderen, gezinshoofd, samenstelling van het gezin, ontwikkelingstaken, sociale status, overlijden van ouders, ziekte in het gezin, verwantschap/relaties binnen het gezin, vriendschapsrelaties, emotioneel-seksuele relaties, emotionele situatie, netwerken en sociale steun, toegang tot cultuur, vrije tijd en sport, migratie, genderverhoudingen, sociale normen, openbare veiligheid, burgerschap, toegang tot vervoermiddelen, echtelijke betrekkingen, geweld, en andere.

Culturele waarden, overtuigingen en leefwijzen Overtuigingen, verantwoordelijkheid voor de gezondheid, volksgebruiken van behandeling en verzorging, perceptie van het officiële gezondheidsstelsel, perceptie van gezondheidswerkers, spiritualiteit en gezondheid, culturele referenties, seksualiteit, ras en etnische groep, toegang tot cultuur en informatie, kennis, attitudes, gedrag, tabak, alcohol, recreatieve drugs, fysieke activiteiten, veiligheid, interesses, gangbare voedingsmiddelen, hygiëne, wereldbeschouwingen, amusement en vrijetijdsbesteding, alternatieve leefstijlen, en andere.

Politieke en juridische factoren Toegang tot overheidsbeleid (veiligheid, gezondheid, onderwijs, milieu, werk, vervoer, sociaal beleid), toegang tot de rechter, burgerschap, politieke participatie, vrijheid van denken en meningsuiting, intra-institutionele communicatie, intersectorale communicatie, inter-institutionele communicatie, en andere.

Economische factoren Vertrouwde resultaten, informele baan, formele baan, resultaat, sociale klasse, materiële situatie (goederen), arbeidsomstandigheden, huisvestingsomstandigheden, beroep/beroep, aankoop van consumptiegoederen, kosten van levensonderhoud, en andere.

Educatieve factoren Kennis, toegang tot onderwijs, geletterdheid (lezen en schrijven), lees- en schrijfgewoonten, soort school (particulier of openbaar), schoolopleiding, toegang tot informatie, geweld op school, intellectuele prestaties, oplossing van problemen, aandacht, en andere.


Milieucontext Bestemming van afval, openbare verlichting, toegang tot elektriciteitsnet, natuurlijke ventilatie, afvoer, asfalt/bestrating, septische tank, drinkbaar water, vervuiling (lucht, water, visueel, geluid), aanwezigheid van vegetatie of bosgebieden, aanwezigheid van dieren, goederenbevoorrading (lokale handel, om naar een andere plaats te gaan, economische zelfvoorziening), relaties met de natuurlijke hulpbronnen, toegang tot drinkwater, blootstelling aan pesticiden of meststoffen, blootstelling aan chemische, fysische agentia, enzovoort, en andere.

Taal Dominante taal, contextueel gebruik, toon/volume, ruimtelijke distantie, oogcontact, gelaatsuitdrukkingen, begroetingen, aanraking, taal, dialect, e.a.

Etno-geschiedenis Geschiedenis van de gemeenschap, bevolkingsgeschiedenis, levensgeschiedenis, totale tijd dat men in de gemeenschap woont, gevoel erbij te horen, sociale participatie in de gemeenschap, e.a.

Leininger's determinanten SUNRISE
Welke determinant (factor) kwam jij het meeste tegen tijdens je stage
Technologische factoren
Religieuze en filosofische factoren
Verwantschap en sociale factoren
Culturele waarden, overtuigingen en leefwijzen
Politieke en juridische factoren
Economische factoren
Educatieve factoren
Milieucontext
Taal
Etno-geschiedenis

Slide 41 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkgroepopdracht 3
Wie werkt waaraan?

Slide 43 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie:
wat is jouw tip en top van deze cursus en lessen?

Slide 52 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies