TH - Individuele lessen

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesson 6
Homework check
Lesson in book
- task goal
- past simple / past continuous
Writing
- Write about your holiday with the worksheet
goals for today:
- learn to describe your holiday in English
- learn the past continuous / past simple

Slide 2 - Tekstslide

Task goal (wat moet je straks kunnen?)
- draw a comic of a day with a superpower
- Imagine looking back on the day, like diary
- Describe what you did and how you felt

-> Today: 
- Describe what you did and how you felt:
- Present simple vs. present continuous
- Holiday

Slide 3 - Tekstslide

Past continuous vs. past simple
Je beschrijft wat je aan het doen was op een bepaald moment in de VT
met de past continuous.





Slide 4 - Tekstslide

My holiday: Trip to Scotland
Here I was eating a deep fried mars bar and I liked it a lot!
a
Stefan and Ninthe were saying hi to the baby, but then Ninthe cried.
We were walking to the castle, when
we saw a beach.

Slide 5 - Tekstslide

past continuous vs. past simple
Soms gebeuren er 2 dingen in een zin:

De activiteit die langer duurde = past continuous
De activiteit dit het onderbrak = past simple

We were walking to the castle, when we saw a beach.
Stefan and Ninthe were saying hi to the baby, but then Ninthe cried.
Here I was eating a deep fried mars bar and I liked it a lot!

Slide 6 - Tekstslide

My holiday: Trip to Scotland
Here I was eating a deep fried mars bar and I liked it a lot!
a
Stefan and Ninthe were saying hi to the baby, but then Ninthe cried.
We were walking to the castle, when
we saw a beach.

Slide 7 - Tekstslide

Wat zeg je met de past continuous?
A
Wat je op een bepaald moment in het verleden aan het doen was
B
wat er op dit moment gebeurt
C
wat er op een bepaald moment in de toekomst gaat gebeuren
D
als iets gebeurd is en klaar is

Slide 8 - Quizvraag

Past Continuous:
In welke zin wordt de past continuous gebruikt?
A
I lived in Utrecht in 2010
B
I was walking down the street when I tripped.

Slide 9 - Quizvraag

I was cycling to school, when a car crashed into me.
Wat was al bezig?
A
Fietsen naar school
B
ongeluk krijgen

Slide 10 - Quizvraag

Past simple of past continuous?
I was sleeping, when I heard a noise.

De activiteit die langer duurde = past continuous
= langer activiteit --> langere vorm --> was/were + ww + ing

De activiteit dit het onderbrak = past simple
= korte activiteit --> korte vorm --> ww + ed (of uitzondering)

Slide 11 - Tekstslide

I _______ (to listen) to the teacher, when my phone _______ (to ring)
A
Listened, was ringing
B
was listening, rang

Slide 12 - Quizvraag

When you _____ (to call) me, I _______ (to sleep)
A
were calling me, slept
B
called me, was sleeping

Slide 13 - Quizvraag

past continuous vs. past simple (aantekening)
Past continuous = beschrijven van een moment in de verleden tijd
Vorm = was / were + ww + ing

Past simple = Praten in het algemeen over de vt (feiten)
vorm = ww + ed (of uitzondering: go --> went)

Soms gebeuren er 2 dingen in een zin:
De activiteit die langer duurde = past continuous
De activiteit dit het onderbrak = past simple

Maak opdrachtenblad



Slide 14 - Tekstslide

Lesson 7
Homework check
- Past simple / past continuous (worksheet nakijken)
Practise with grammar
- work on exercises
Vocabulary (15 mins)
- Blooket
goals for today:
- learn to describe your holiday in English
- learn the past continuous / past simple

Slide 15 - Tekstslide

past continuous vs. past simple (aantekening)
Past continuous = beschrijven van een moment in de verleden tijd
Vorm = was / were + ww + ing

Past simple = Praten in het algemeen over de vt (feiten)
vorm = ww + ed (of uitzondering - blz. 50/59)

1. I ________________________ (visit) my grandmother.
2. We ________________________ (lose) our keys.
3. She _________________________ (fall) down the stairs.
4. My mother ___________________ (surprise) me.




Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 1
1. were you doing
2. was working out
3. was driving
4. was walking / was waiting
5. was raining
6. was watching

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 2
1. bought / heard
2. visited / drove
3. moved / visited / was

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 3
1. was doing / heard
2. was trying / made a lot of noise
3. was playing / sounded
4. got to the party / was dancing

Slide 19 - Tekstslide

Je laptop is dicht
je bent stil
je zit recht
stopwatch
00:00

Slide 20 - Tekstslide

Past simple of past continuous?
I was sleeping, when I heard a noise.

De activiteit die langer duurde = past continuous
= langer activiteit --> langere vorm --> was/were + ww + ing

De activiteit dit het onderbrak = past simple
= korte activiteit --> korte vorm --> ww + ed (of uitzondering)

Slide 21 - Tekstslide

Welke zin staat in de Past continuous?
A
She was daydreaming about her crush.
B
He went to NXT when he was young.

Slide 22 - Quizvraag

Welke zin staat in de Past simple?
A
She was daydreaming about her crush.
B
He went to NXT when he was young.

Slide 23 - Quizvraag

I was walking the dog, when I tripped.
Welke activiteit was al bezig?
A
was walking
B
Tripped

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de past continuous en wanneer de past simple?
A
past continuous = als je beschrijft wat je deed
B
past simple= korte, doorbrekende activiteit
C
past continuous = korte doorbrekende activiteit
D
past simple = als je beschrijft wat je deed

Slide 25 - Quizvraag

Oefenen (online)
Exercise 1 (Past continuous)
Exercise 2 (Past simple - normale regel + ed)
Exercise 3 (past continuous vs. past simple)

De activiteit die langer duurde = past continuous
= langer activiteit --> langere vorm --> was/were + ww + ing
De activiteit dit het onderbrak = past simple
= korte activiteit --> korte vorm --> ww + ed (of uitzondering)

Slide 26 - Tekstslide

past continuous vs. past simple
Soms gebeuren er 2 dingen in een zin:

De activiteit die langer duurde = past continuous
De activiteit dit het onderbrak = past simple

I was kicking the punchbag when I twisted my leg.

Slide 27 - Tekstslide

Lesson 8
Vocabulary
- Check vocab with Mindmap (10 mins)
Blink Online
- introduction and work on exercises
Closing
- goals
goals for today:
- learn to describe your holiday in English
- learn the past continuous / past simple

Slide 28 - Tekstslide

Startopdracht mindmap (10 min)
Maak een Mindmap met de woorden  op het blad
Ze het grote onderwerp in het midden - zet woorden bij elkaar
die met elkaar te maken hebben. (lees instructie op het blad)
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Why mindmapping?

Slide 30 - Tekstslide

Blink Online exercises
1. Werk voor jezelf aan de opdrachten (finish as homework)
2. Klaar? Maak de Words lesson (blink Online)

Slide 31 - Tekstslide

Lesson 9
Homework check
- Check vocab
- Look back on blink online assignments homework
Blink Online
- Work on exercises
Vocabulary
- Blooket
goals for today:
- practise your listening skills
- practise using the past simple/past continuous

Slide 32 - Tekstslide

Startopdracht Quiz (5 min)
Schrijf de vertaling op van de woorden op de voorkant van de mindmap
(rijtje)
timer
5:00

Slide 33 - Tekstslide

Blink Online exercises
)
1. Werk voor jezelf aan de opdrachten (finish as homework)
2. Klaar? Maak de Words lesson (blink Online)

Slide 34 - Tekstslide

Blink Online exercises
)
1. Werk voor jezelf aan de opdrachten (finish as homework)
2. Klaar? Maak de Words lesson (blink Online)

timer
5:00

Slide 35 - Tekstslide

Lesson 10
Past simple vs. past continuous (powerpoint) --> 10 minuten
- herhaling
Blink Online 
- Work on exercises
Vocabulary
- Quizlet
goals for today:
- practise your listening skills
- practise using the past simple/past continuous

Slide 36 - Tekstslide

Uitzonderingen blz ?

Slide 37 - Tekstslide

Blink Online exercises
1. Werk voor jezelf en in stilte --> boek en blaadje erbij
2. focus op je werk - steek je vinger op als je een vraag hebt
23 Klaar? Maak de Words lesson 1 (blink Online)
timer
7:00

Slide 38 - Tekstslide

...

Slide 39 - Tekstslide

Blink Online exercises
1. Werk samen met persoon naast je (finish as homework)
2. overleggen, focus op je werk (alleen persoon naast je verstaat je)
2. Klaar? Maak de Words lesson 1 (blink Online)
timer
10:00

Slide 40 - Tekstslide