Communicatie met de SBARR



Communicatie met de SBARR  en de
ABCDE- methode
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Communicatie met de SBARR  en de
ABCDE- methode

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je hebt kennis van de SBARR methode
  • Je kan kunt benoemen wat er bij de verschillende onderdelen moet worden benoemd.
  • Je kunt een overdracht volgens de SBARR geven

Slide 2 - Tekstslide

SBARR methode
Waar denk je aan?

Slide 3 - Woordweb

SBARR
Door middel vaneen in Amerika ontwikkelde SBARR-methode kunnen zorgprofessionals gestructureerd en eenduidig met elkaar communiceren over een mogelijk, bedreigende situatie. Deze makkelijk te onthouden methode is van belang om snel maar toch correct te communiceren, zodat de gewenste zorg tijdig gegeven kan worden. Belangrijk doel van de methode is dat de instabiele situatie waarin de patiënt zich bevindt niet (verder) ontspoort en de patiënt zo geen schade oploopt.

Slide 4 - Tekstslide

Voordelen SBAR(R)?
  • Consequente informatie overdracht: inhoud verbetert, overdracht wordt korter (overdracht en slechte communicatie = risicomoment)
  • Verpleegkundige wordt door stappenplan gedwongen eerst zelf de situatie te analyseren
  • Arts krijgt completer beeld; kan adequater reageren
  • Kwaliteit van zorg en teamsamenwerking nemen toe

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wordt de SBARR op de afdeling van jouw stage gebruikt en wat vind je ervan?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

S =Situation (situatie)

Noem de naam van de zorgvrager

Hoe is de situatie waarover je belt?

Wat is jouw relatie tot de patiënt?

Check of je met de juiste persoon spreekt



Vertel kort iets over het probleem. Bijvoorbeeld: 'Ik ben de verpleegkundige van patiënt ... en ik maak mij zorgen om ...'.

Slide 9 - Tekstslide

B=Background (achtergrond)

De opnamediagnose, lijst van medicatie, allergieën, laboratoriumuitslagen, vitale functies, eventuele voorgeschiedenis


Bijvoorbeeld: 'De patiënt is opgenomen met ... en gebruikt momenteel ... . Verder heeft patiënt in de voorgeschiedenis een CVA gehad, met hemiparese links als restklacht.'.

Slide 10 - Tekstslide

A=Assesment (beoordeling)

Wat is de eigen beoordeling over de situatie? 

Wat denk je zelf wat er aan de hand zou kunnen zijn?

benoem parameters van de vitale functies

Geef eventuele veranderingen aan


 Bijvoorbeeld: 'Het probleem zou cardiaal kunnen zijn, maar ik weet het niet zeker.'

Slide 11 - Tekstslide

R=Reccommendation (aanbeveling)

Wat is de aanbeveling van jou? 

Wat wil je dat er gaat gebeuren? 

Wil je dat de arts komt? 

Moet er medicatie gewijzigd worden?


Bijvoorbeeld: 'Ik denk dat je binnen nu en 30 minuten langs moet komen om de patiënt zelf te beoordelen.'

Maar ook: wat kun je alvast zelf doen?

Slide 12 - Tekstslide

R= 'Repeat' (herhaal).

Herhaal het antwoord van de arts nog eens om zo eventuele fouten te kunnen opsporen.


Bijvoorbeeld: 'Dus als ik het goed begrijp, wil je dat ik een hartfilmpje maak en kom je daarna binnen 30 minuten bij de patiënt langs?'

Slide 13 - Tekstslide

vijf categorieën van aanbevelingen
1. Meedenken en aanbevelingen doen tav aanvullend onderzoek 
(lab, DOS scorelijst, beeldvormend onderzoek etc)
2. Meedenken en aanbevelingen doen tav interventies 
(pijnbestrijding, wondbeleid, voeding, katheter, sonde, drains etc)
3. Meedenken en aanbevelingen doen tav het consulteren van anderen zorgprofessionals 
(arts, specialist, fysio, ergo, dietist etc)
4. Meedenken en aanbevelingen doen tav welbevinden 
(psychosociaal, medicatie)
5. Meedenken en voorstellen doen tav zelfredzaamheid en functioneren 
(voorlichting, advies, instructie, hulpmiddelen, inschakelen mantelzorgers etc)

Slide 14 - Tekstslide

Door wie is de SBAR methode ontwikkeld?
A
UMCG Groningen
B
V&VN
C
De Amerikaanse marine
D
VMS

Slide 15 - Quizvraag

Bij welke situaties kan de SBAR(R)- methode worden toegepast?
A
Bij een overdracht
B
Tijdens MDO
C
Bij artsenvisite
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 16 - Quizvraag

De verpleegkundige vertelt dat de patiënt bekend is met diabetes mellitus. Bij welke fase past dit?
A
Situation
B
Background
C
Assessment
D
Recommendation

Slide 17 - Quizvraag

De verpleegkundige vraagt de arts of ze alvast een infuusnaald kan inbrengen. Bij welke fase hoort dit?
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 18 - Quizvraag

De verpleegkundige vertelt de arts dat ze denkt dat de patiënt een nabloeding heeft. Dit past in de fase:
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 19 - Quizvraag

Schrijf een SBAR
Mw. Nanayakara is 77 jaar oud. Zij woont ivm de ziekte van Alzheimer in het verpleeghuis waar jij werkzaam bent. De laatste tijd heb je opgemerkt dat mw veel drinkt en veel moet plassen. Ook is zij wat afgevallen. Daarnaast ligt zij ook meer te slapen dan je van haar gewend bent. 
Medicatiegebruik: diclofenac, omeprazol, paracetamol en macrogol.
VG: appendectomie, artrose en varices verwijderen
In jouw avonddienst vind je mw op haar slaapkamer en is zij erg suf. Mw reageert nog wel maar niet adequaat. Je hebt haar een glaasje water gegeven, maar ze blijft vragen naar meer.
Bij de controle vitale functies ondervind je geen afwijkingen.
Jij hebt een niet pluis gevoel en gaat  overleggen met de dienstdoende arts.

Slide 20 - Tekstslide

Schrijf een SBAR
Jochem is 17 jaar en woont bij jou in de instelling gehandicaptenzorg. Jochem is bekend met een verstandelijke beperking en heeft het reactievermogen van een 6 jarige. 
Sinds anderhalve dag heeft Jochem last van buikpijn, die steeds erger lijkt te worden. Tijdens jouw dienst moet Jochem erg huilen en helpt de paracetamol niet meer. De buikpijn is van het midden naar rechtsonder gezakt. Daarnaast heeft hij gloeiende wangen en wanneer je temperatuur meet is dat 39.3 C.
Jochem is bekend met epilepsie waarvoor hij clonazepam gebruikt.
Jij vertrouwd het niet en gaat overleggen met de arts. 

Slide 21 - Tekstslide

Schrijf een SBAR
Je loopt een kamer op om te vragen of je nog iets kunt doen voor meneer Loukili.
Meneer Loukili, 80 jaar is vanmorgen opgenomen op de afdeling kortverblijf op kamer 7 i.v.m. een staaroperatie. In principe zou hij vanmiddag al weer naar huis mogen.
Je schrikt want meneer Loukili ligt op de grond.
Joost een ervaren collega is bij jou en vraagt je een dokter te bellen. Er zou wel eens sprake kunnen zijn van een collumfractuur van zijn rechter been zegt hij. Meneer is gelukkig nuchter.
Voorgeschiedenis: bekend met DM II en hartfalen links door een hartinfarct
Medicatie: Metformine 500mg 2 x dd / Furosomide 1 x dd 40 mg/ Captopril 2 x dd 25 mg


Slide 22 - Tekstslide

EINDE

Slide 23 - Tekstslide