Fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Pak vast je lesboek en je pen, dan kunnen we zo beginnen.

Vandaag:

Verhalen!

Op welke manier geniet jij van verhalen?

Sociale media (Stories maken of bekijken)

Games

Films en series

Boeken

Songteksten en gedichten

Theater, musical of cabaret

Wat voor lezer ben jij?

Leesverslaafde: zo vaak en zo veel mogelijk!

Plezierlezer: regelmatig en ik geniet ervan.

Af-en-toe-lezer: alleen als het moet, is wel ok.

Niet-lezer: alleen als ik gedwongen word.

Verhaal:

Het ongemakkelijke dagboek van Henry K. Larsen

Lesboek blz. 11

1) WAT? Je leest het verhaal voor jezelf, in stilte.

2) DAARNA? Je maakt opdracht 3 a tot en met 3g.

3) NIET AF? Huiswerk voor morgen.

Welkom!

Pak vast je schrift, lesboek en leesboek ......

....en start met lezen.

Lesdoelen van vandaag:

• Verschil tussen fictie en non-fictie;
• verschil hoofdpersoon en bijfiguren in een verhaal.

Fictie en non-fictie

Wat is het verschil?

Het Jeugdjournaal is...

1. fictie
2. non-fictie

Het leesboek 'Het leven van een loser' is...

1. fictie
2. non-fictie

Het Klokhuis is...

1. fictie
2. non-fictie

Het verslag in de krant van een voetbalwedstrijd is...

1. fictie
2. non-fictie

De Donald Duck is.....

1. fictie
2. non-fictie

Een gedicht is...

1. fictie
2. non-fictie

De gebruiksaanwijzing bij FIFA is...

1. fictie
2. non-fictie

Huiswerk bespreken

 Opdracht 3c t/m g.

Hoofdpersoon in een verhaal

-De belangrijkste persoon;

-karaktereigenschappen,
  uiterlijk , vrienden, familie;

-heeft een doel, probleem of
 opdracht;

-ondervindt vaak hobbels op de weg bij bereiken doel

Bijfiguren in een verhaal

- Minder belangrijk persoon;

- je weet er minder van;

- is vaak de helper of tegen-
  stander van de hoofdpersoon

Ik weet nu wat fictie en non-fictie betekent.

😒🙁😐🙂😃

Welkom!

Pak vast je schrift, lesboek en leesboek....

....en start met lezen.

Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?

Wat is het verschil tussen een hoofdpersoon en een bijfiguur in een verhaal?

Aan de slag:

1. Blz. 20-21: opdracht  8a, b, c, d 

 

KLAAR? Maken opdracht 9 a, b, c, d, e (blz. 21-22) 

Maken/huiswerk:

• Blz. 22 opdracht a, b, c, d, e

Welkom!

Pak vast je schrift, lesboek en leesboek ......

....en start met lezen.

Lesdoelen:

Het verschil tussen realistische en niet realistische verhalen.

Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?

Huiswerk bespreken

In tweetallen: vergelijk jullie antwoorden van opdracht a t/m e op blz.22

Vragen?

Realistisch verhaal

- mensen lijken echt

-gebeurtenissen zijn in werkelijkheid ook mogelijk

-omgeving lijkt echt

-problemen zoals in het echte leven

-afloop is logisch en zou echt kunnen.

Niet-realistisch verhaal

- verzonnen wereld

- ongeloofwaardige gebeurtenissen

- problemen/oplossingen zijn onvoorstelbaar

-afloop te mooi om waar te zijn

Aan de slag:

Maken: opdracht 10 a t/m e op blz. 23