In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is over het ietsisme niet waar?
A
Er is sprake van pantheistisch natuurgeloof
B
Het is een individualistisch geloof
C
Er is sprake van een opgelegde moraal
D
Er is sprake van cyclische opvatting over het bestaan
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Ietsisme
Natuurverschijnselen roepen op tot het geloof dat er meer moet zijn
Iets dat het alledaagse overstijgt
Al het levende met elkaar verbindt
Slide 5 - Tekstslide
Het ietsisme.
Pantheïstische onpersoonlijke kenmerken
Vrijblijvend (eist niks, geen geboden of verboden)
Geen openbaring, geen leer
Cyclisch denken
Slide 6 - Tekstslide
"Ik vind het bestaan van God echt niet aannemelijk"
A
Atheïsme
B
Ietsisme
C
Agnosticisme
D
Theïsme
Slide 7 - Quizvraag
Ik ben de oudste polytheïstische wereldgodsdienst.
Jodendom
Hindoeïsme
Christendom
Islam
Boeddhisme
Ik ben een wereldgodsdienst zonder God. De enige wereldgodsdienst die eigenlijk een stroming is waarbij het lijden doorbroken moet worden.
Ik ben de oudste monotheïstische godsdienst. Wij vieren feesten als Pesach, Jom Kippoer
Ik ben ook een monotheïstische godsdienst. Ik kom voort uit een andere wereldgodsdienst. Ons heilige boek bestaat uit zowel het oude als het nieuwe testament.
Ik ben de laatste monotheïstische wereldgodsdienst. Een belangrijke periode binnen ons geloof is de ramadan.
Slide 8 - Sleepvraag
Ietsisme
Slide 9 - Tekstslide
5. Welk godsbeeld past bij het ietsisme?
A
Ik weet niet of er een God bestaat
B
God bestaat niet, er is geen empirisch bewijs.
C
Er is meer tussen hemel en aarde
D
De mens is zelf verantwoordelijk voor het leven
Slide 10 - Quizvraag
6. Hoe zou een ietsist kunnen antwoorden op de vraag 'hoe is alles ontstaan?'. Leg je antwoord uit.
Slide 11 - Open vraag
6. Uitleg
Verschillende antwoorden mogelijk. Je uitleg is belangrijk.
Niet goed: God heeft alles geschapen.
Niet goed: een puur natuurlijke verklaring.
Slide 12 - Tekstslide
7. Lees onderstaande uitspraak
''Voor het ... is de menselijke autonomie de kern. De mens die zelf nadenkt, en zijn eigen geluk nastreeft.''
-> Beantwoord de vraag op de volgende dia.
Slide 13 - Tekstslide
7. Welke levensvisie moet op het stippellijntje staan?