Les 5 Hoofdgedachte en slot (inleiding)

Welkom
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Ik herken het slot van een tekst en weet al iets over signaalwoorden .

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling: Inleiding van een tekst
Op welke manier kan de schrijver een tekst inleiden? 

Slide 3 - Tekstslide

Inleiding
Onderwerp benoemen
Vraag stellen
Probleem benoemen
Grappig verhaaltje
Aanleiding vertellen

Slide 4 - Tekstslide

Waarom is de tekst geschreven, wat is de aanleiding ?
In Spanje heeft de politie een verdachte aangehouden...

Slide 5 - Tekstslide

In de inleiding wordt een leuk kort, verhaaltje verteld. 



Slide 6 - Tekstslide

In de inleiding wordt een vraag gesteld.

Afgelopen zomer waren er in de natuur steeds meer branden. Vervelend voor dier en mens. Wat is de oorzaak? 

Slide 7 - Tekstslide

Het slot van een tekst
1. Er staat een samenvatting van de tekst.
2. De schrijver trekt een conclusie.
3. De schrijver geeft antwoord op de vraag uit de inleiding.
ER IS GEEN SLOT: Leg uit waarom/wanneer er geen geen slot is!

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
Ik lees de blauwe vakken voor: Hoofdgedachte van een tekst en functies van het slot.
Maken opdracht 9 t/m 19 (vraag 12 sla je over), blz 17
Werktijd: 15 minuten
timer
0:15

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn functies die een inleiding kan hebben?
A
Het onderwerp noemen
B
De aanleiding noemen
C
Een centrale vraag stellen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quizvraag

Welke functies kan het slot hebben?
A
Toelichting, oorzaak, conclusie, probleemstelling.
B
Samenvatting, conclusie, voorbeeld, aanleiding.
C
Conclusie, samenvatting, advies, toekomstverwachting.
D
samenvatting, argument, weerlegging, voorbeeld.

Slide 11 - Quizvraag

Door de tekst precies te lezen, kun je de hoofdgedachte bepalen. Wat is de hoofdgedachte?
A
De mening van de schrijver over het onderwerp van de tekst.
B
De hoofdgedachte is altijd de titel van de tekst.
C
Het belangrijkste wat de schrijver zegt over het onderwerp van de tekst.
D
Een kernzin

Slide 12 - Quizvraag

Welke leesstrategie gebruik je als je de hoofdgedachte moet bepalen?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief/ nauwkeurig lezen
D
Kritisch lezen

Slide 13 - Quizvraag

De hoofdgedachte in een tekst:
A
is maximaal één woord
B
kun je samenvatten in één zin
C
zijn 2 of 3 woorden
D
staat altijd in het slot van de tekst

Slide 14 - Quizvraag

Teksverbanden
Signaalwoorden
Wat weer je hier al van?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Werk afmaken
 Opdracht 9 t/m 19 (vraag 12 sla je over)

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoel behaald?
Ik herken het slot van een tekst en weet al iets over signaalwoorden.

Slide 18 - Tekstslide