5.1: Er komen andere tijden (2)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Startopdracht:

1. Waarom was de verzorgingsstaat nodig volgens de bron?

2. Welke voorbeelden van solidariteit zijn terug te vinden in de bron?

3. Leg uit dat de verzorgingsstaat uitgaat van solidariteit.

5.1: Er komen andere tijden (2)

Deze les:

• Bespreken startopdracht
• Bespreken leerdoel 1
•  Vervolg paragraaf 5.1
• Boudewijn de Groot: Er komen andere tijden
• Aan de slag met het maken van de opdrachten of de paragraaftoets.

Aan het einde van deze les:

... Heb je laten zien dat je begrijpt wat de verzorgingsstaat is.

... Heb je laten zien dat je het eerste leerdoel van de paragraaf beheerst.

... Heb je geleerd hoe vanaf de jaren 1960 de samenleving veranderde.

... Kun je in je eigen woorden de begrippen: ontzuiling, ontkerkelijking, seksuele revolutie, individualisatie en pluriforme samenleving betekenen.

Andere opvattingen:

• Jaren 1960 : stijgende lonen leidden tot optimisme.
• Niet meer zuinig zijn
• consumptieartikelen kopen.

Invloed van televisie:

• Vanaf 1951 televisie in Nederland.
• Dagelijks kijken naar buitenlandse series, discussieprogramma's en nieuws uit de hele wereld.
• Kennismaken met andere culturen en levensbeschouwingen. 

Wat betekent de komst van de televisie voor de verzuiling denk je?

Andere opvattingen:

• Opvattingen van mensen gaan veranderen.
• Verzuiling begint te verdwijnen, Ontzuiling
• Deze ontzuiling  zorgt dat mensen geloof minder belangrijk gaan vinden.
• Mensen maken zich los van hun kerk, ontkerkelijking.
• Groei van het humanisme. 

Andere opvattingen:

• Mensen gaan ook persoonlijke onafhankelijkheid belangrijker vinden.
• Eigen keuzes maken.
• Niet meer aanpassen aan normen en waarden van authoriteiten.
• individualisering: Als mensen persoonlijke onafhankelijkheid belangrijker vinden. 

Andere opvattingen:

• Nadenken over de eigen moraal (opvattingen over goed en kwaad)
• Zelf meepraten en meebeslissen.
• Komst D66: Nieuwe niet verzuilde partij, wil medezeggenschap.
• Confessionele partijen raken voor het eerst in een halve eeuw de meerderheid kwijt. 

Meer pluriformiteit:

• Verhoudingen tussen mannen en vrouwen veranderen.
• Minder ongelijk
• Jaren 1950: Vrouwen horen thuis voor de kinderen te zorgen.
• Jaren 1960: Meisjes studeren en getrouwde vrouwen bleven werken.
• Breken met vooroordelen man/ vrouw 

Meer pluriformiteit:

• Anders denken over seksualiteit
• tot in jaren 1960: Als maagd het huwelijk in, bloot in het openbaar verboden, over seks werd alleen gefluisterd, scheiden was een schande.
• 1962: Anticonceptiepil
• Seksuele revolutie, Vrijer omgaan met seks, ongehuwd samenwonen, scheiden werd makkelijker. 

Meer pluriformiteit:

• Jongeren voorop.
• Veel kinderen na 1945 geboren, gaan niet werken vanaf 13 jaar maar volgen langer onderwijs, blijven langer bij elkaar.
• Geld uitgeven aan kleding en muziek
• Jongerencultuur.
• Jongeren vaker in verzet.

Pluriforme samenleving:

Veelvormige samenleving met allerlei soorten mensen.

Aan de slag:

• Uitwerken leerdoelen.
• Uitwerken begrippen.
•  Maken opdrachten methode of maken paragraaftoets.