§4 Duurzaam produceren

Laat nog wat over
§4 Duurzaam produceren 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Laat nog wat over
§4 Duurzaam produceren 

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Rosa gooit het afval van haar junkfoodmaaltijd uit haar auto op de parkeerplaats. Peter ruimt de poep van zijn hond niet op van de straat. Zo zijn er meer voorbeelden van milieuvervuiling die de overheid op kosten jagen. Want de straat moet schoongemaakt worden en dat kost geld.

Wie betaalt uiteindelijk de rekening van deze maatschappelijke kosten ?
A
de belastingbetalers
B
de kauwgomfabrikanten
C
de sigarettenfabrikanten
D
de vervuilers

Slide 3 - Quizvraag

Jannick heeft een betonboorbedrijf. Hij koopt voor € 10.000 een machine voor zijn bedrijf. Deze machine geeft veel lawaai en veroorzaakt veel stof. Een stille machine van dezelfde soort mét stofafzuiging kost € 15.000. Waarom hij kiest voor de goedkopere machine. Kies uit de volgende mogelijkheden:
A
Hij wil gemakkelijk produceren.
B
Hij wil lage maatschappelijke kosten.
C
Hij wil milieuvriendelijk produceren.
D
Hij wil voordelig produceren.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van milieuschade?
A
Afval
B
Recycling
C
Vervuiling van lucht, water en bodem
D
Verbruik van grondstoffen

Slide 5 - Quizvraag

Waardoor wordt de economische groei beperkt?
A
Een tekort aan arbeidskrachten
B
Er komt een wereldwijd virus
C
Grondstoffen raken op
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen:
- Ik kan uitleggen hoe bedrijven duurzaam kunnen produceren
- Ik kan uitleggen hoe de overheid duurzaam produceren kan bevorderen
- Ik kan aangeven waarom duurzaam produceren belangrijk is voor het milieu
- Ik kan rekenen met miljarden en miljoenen

Slide 7 - Tekstslide

Duurzaam produceren
Duurzaam produceren = wanneer de productie geen problemen oplevert voor het milieu

Voorbeeld: groene stroom, biologische productie (diervriendelijk en milieuvriendelijk, geen gebruik kunstmest en bestrijdingsmiddelen)

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden milieuconsequenties bij duurzaam productie
- Er wordt zuiniger omgegaan met grondstoffen (grondstoffen)
- Er komen geen schadelijke stoffen in het milieu (productieproces)
- De eindproducten geen geen milieuproblemen (eindproduct)

Slide 9 - Tekstslide

Biologische productie

Slide 10 - Tekstslide

De overheid
De overheid beloont bedrijven die duurzaam produceren met (milieu)subsidie en "bestraft" bedrijven die dat niet doen door middel van (milieu)heffingen.

Slide 11 - Tekstslide

Rekenen met grote getallen:
Wanneer alles in miljarden of miljoenen is gegeven kan je gewoon met de getallen rekenen. Bijvoorbeeld 120 miljoen en 80 miljoen (120 - 80 = 50 miljoen)
  • 84 miljard hoe schrijf je dat met nullen
  • 84.000.000.000
  • 24 miljoen hoe schrijf je dat met nullen
  • 24.000.000

Slide 12 - Tekstslide

Berekening:
nationaal inkomen : aantal inwoners = inkomen per inwoner
Let op!
627 miljard : 16,6 miljoen
Inkomen 627 miljard = 627 000 000 000
inwoners 16,6 miljoen = 16 600 000

Handig rekenen!
= nullen wegstrepen 
627.000.000.000  : 16.600.000
6270000 : 166 = € 37771 

LET OP: afronden als dit wordt gevraagd!

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 14 - Tekstslide

Een belasting die de overheid instelt om duurzame productie te bevorderen, noem je ...
A
Milieuheffing
B
Milieusubsidie
C
Biologische productie

Slide 15 - Quizvraag

Bij biologische veeteelt zijn de kosten per dier voor voeding, gezondheid enzovoort ongeveer hetzelfde als bij gewone veeteelt. Toch hebben biologische boeren het financieel moeilijker dan gewone boeren.
Wat kan een oorzaak zijn?
A
De boer heeft meer werk per dier
B
De andere bedrijfskosten zijn hoger
C
De boer moet meer heffingen betalen

Slide 16 - Quizvraag

Nanne en Hennie praten over duurzame productie.
Nanne zegt: 'De overheid stimuleert duurzame productie door middel van milieuheffingen.'
Hennie zegt: 'De overheid stimuleert duurzame productie door middel van milieusubsidies.'

Wie heeft gelijk?
A
Nanne
B
Hennie
C
Geen van beide
D
Beide

Slide 17 - Quizvraag

In NL wonen 17 miljoen inwoners. In totaal produceren zij 500 miljard aan milieukosten. Bereken wat de gemiddelde NL aan milieukosten produceert. Rond af op een heel getal en voer alleen het getal in zonder € teken en leespunten

Slide 18 - Open vraag

Huiswerk
§3 13
§4 2 t/m 4, 5 t/m 7, 9 en 10
RT4

Slide 19 - Tekstslide