Vermogensrecht H6 Eigendom, bezit en houderschap

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
JuridischMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Karel heeft de fiets van Ian gestolen. Wat is Karel nu van Ians fiets?
A
Karel is eigenaar
B
Karel is bezitter te goeder trouw
C
Karel is bezitter te kwader trouw
D
Karel is houder

Slide 10 - Quizvraag

Karel heeft de fiets van Ian gestolen. Wat is Ian nu van zijn fiets?
A
Ian is eigenaar
B
Ian is bezitter
C
Ian is houder
D

Slide 11 - Quizvraag

Hieke heeft de fiets van Danique geleend. Wat is Hieke van Danique haar fiets?
A
Hieke is eigenaar
B
Hieke is bezitter te goeder trouw
C
Hieke is bezitter niet te goeder trouw
D
Hieke is houder

Slide 12 - Quizvraag

Hieke heeft de fiets van Danique geleend en geeft hem niet terug. Ze verhuist naar Tilburg. Niemand weet haar nieuwe adres. Wat is Hieke nu van de fiets van Danique?
A
Hieke is eigenaar
B
Hieke is bezitter te goeder trouw
C
Hieke is bezitter niet te goeder trouw
D
Hieke is houder

Slide 13 - Quizvraag

Hieke heeft de fiets van Danique geleend en geeft hem niet terug. Ze verhuist naar Tilburg. Niemand weet haar nieuwe adres. Wat is Danique nu van haar fiets?
A
Danique is eigenaar
B
Danique is bezitter
C
Danique is houder
D

Slide 14 - Quizvraag

Hieke heeft de fiets van Danique geleend. Wat is Danique van haar fiets?
A
Danique is eigenaar
B
Danique is bezitter
C
Danique is eigenaar en bezitter
D

Slide 15 - Quizvraag

Louelle heeft haar brommer bij de fietsenmaker afgegeven om gerepareerd te worden. Wat is de fietsenmaker van haar brommer?
A
de fietsenmaker is eigenaar
B
de fietsenmaker is bezitter te goeder trouw
C
de fietsenmaker is bezitter te kwader trouw
D
de fietsenmaker is houder

Slide 16 - Quizvraag

Laetitia gebruikt haar brommer om naar haar werk te rijden
A
Laetitia heeft het middelijk bezit
B
Latitia heeft het onmiddellijk bezit

Slide 17 - Quizvraag