2.3 handel met gebieden overzee deel 2 2020

2.3 Handel met gebieden overzee deel 2

Handel met West-Indië, de WIC en de trans-Atlantische slavenhandel
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.3 Handel met gebieden overzee deel 2

Handel met West-Indië, de WIC en de trans-Atlantische slavenhandel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Korte terugblik V.O.C.
  • De 2e vraag binnen P2.3
  • Uitleg
  • Huiswerk + padlet

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welk jaar werd de V.O.C. opgericht?
A
1601
B
1602
C
1701
D
1702

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


V.O.C. staat voor
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De V.O.C. verhandelde vooral
A
Slaven
B
Aardappels
C
Kruiden
D
Maïs

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkte de V.O.C.?
  • Uitschakelen van concurrenten

  • Bouwen van handelsposten/forten

  • Contracten met inheemse vorsten

  • Opbouwen van handelsnetwerk in Azië

  • Indien nodig: veel geweld

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke conclusie kun je trekken na het zien van dit plaatje?
A
VOC handelde en maar voerde ook oorlog!
B
VOC maakte kanonnen
C
VOC hield van mode
D
VOC had weinig wapens

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist?
A
oostzeehandel: graan en hout VOC: specerijen en luxeproducten
B
oostzeehandel: specerijen en graan VOC: specerijen en luxeproducten
C
oostzeehandel: graan en luxeproducten VOC: hout en luxeproducten
D
oostzeehandel: graan en hout VOC: hout en luxeproducten

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie zijn: De Heren XVII?
A
17 regenten van de Republiek
B
17 Kamers van de VOC
C
17 bestuurders van de WIC
D
17 hoofdbestuurders van de VOC

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Handelsmonopolie betekent:
A
privilege
B
alleenrecht om te handelen
C
vermeerderen van kapitaal
D
goederen verkopen.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welk woord hoort niet in dit rijtje thuis?
Kruidnagel - V.O.C. - Amerika - Voorcompagnieën
A
Kruidnagel. alle andere woorden zijn geen specerijen
B
Amerika. Alle andere begrippen hebben te maken met de de VOC, Amerika niet.
C
VOC. Kruidnagel en voorcompagnieën horen bij de handel met Amerika
D
Sorry meneer, ik heb werkelijk geen idee, ik ken deze begrippen niet eens!

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klik op de hotspots en sleep de gebeurtenissen naar de juiste plek in de tijdlijn.
1641-1650
1661-1670
1671-1680
1681-1690
1691-1700
1701-1710
15.000.000
10.000.000
5.000.000
1
-15.000.000
-10.000.000
-5.000.000
Winst en verlies van de VOC
1651-1660
Oorlog in Azië, oorlog met Engeland.
Winst van de VOC zakt naar een dieptepunt.
1
Oorlog met Engeland en Frankrijk
Door de hoge specerijenprijs stijgt de winst een beetje.
2
De kosten van de VOC nemen enorm toe door het grote aantal soldaten en ambtenaren in Azië
3
De kosten blijven toenemen voor de VOC. De Gouden Eeuw is definitief voorbij.
4
Korte opbloei van de handel door vrede in Europa
5
In Engeland mag alleen handel worden gedreven door Engelsen. Oorlog met Engeland. Grote winstdaling voor de VOC.
6

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trans-Atlantische slavenhandel 
Slavernij behoort tot de zwarte bladzijde van de Nederlandse geschiedenis



Kortom: Hoe handelde de Republiek in Afrika en Amerika?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag opdelen
  • Afrika vóór de komst van de Europeanen?

  • Ontstaan WIC?

  • Handelswijze WIC?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Europeanen komen voor het eerst aan
in Afrika. Wat treffen zij daar aan?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

  • Rijke koninkrijken 
  • Stenen gebouwen
  • Handel in luxegoederen met Azië
  • Islamitische godsdienst
  • Geen bezit, grond was gemeenschappelijk
  • Slavenhandel , met name naar Arabische wereld
Afrika voor de komst van de Europeanen

Slide 18 - Tekstslide

Toen koning Glele in 1889 stierf, werden 41 van zijn vrouwen levend met hem begraven, en honderden mensen onthoofd. De 18de-eeuwse koning Kpengla liet mensenhoofden aan zijn deur spijkeren en op de markt leggen. Elders hingen lichamen aan de stadspoort. ,,Dat geeft meer grandeur dan met dure dingen te pronken. Mijn vijanden vrezen mij erom'', zei Kpengla tegen de Britse slavenhandelaar Dalzel.
De WIC
  • Geoctrooieerde West-Indische Compagnie
  • Opgericht in 1621.
  • 2e Handelsonderneming van de Republiek
  • Opgericht om dezelfde redenen als de VOC
  • Doel: handelsmonopolie op Afrika en Amerika
  • Kaapvaart en smokkelhandel
  • Alleen vocht de WIC niet alleen meer tegen de Portugezen
  • Spanjaarden en Engelsen waren ook vijanden. 

Slide 19 - Tekstslide

DE WIC EN DE AFRIKAANSE WESTKUST
Daan Couwenbergh
Als de verrichtingen van de VOC en WIC de revue passeren, wordt meestal vooral gesproken over Indië en Amerika. Afrika wordt vooral genoemd als continent waar slaven werden geruild tegen Europese producten. De Afrikanen worden daarbij dikwijls als slachtoffer gepresenteerd, maar tot aan de tweede helft van de negentiende eeuw hadden de Europeanen weinig in te brengen op het continent. Ondoordringbare binnenlanden, sterke Afrikaanse staten, en dodelijke ziektes weerhielden hen van veroveringen.
Interesse in slavenhandel
De kust van West-Afrika was vanuit Europa relatief makkelijk te bereiken. Al vanaf 1590 voeren Nederlandse schepen hierheen om goud, ivoor en wilde peper in te slaan. Soms kregen zij slaven aangeboden maar er was weinig interesse in. Zonder kolonies of binnenlandse traditie van slavernij had men hier weinig behoefte aan. Dit veranderde met de verovering in 1630 van een deel van het huidige Brazilië op Portugal. In deze streek, omgedoopt tot Nieuw Holland, lagen veel suikerplantages. De kaapvaart leverde onvoldoende slaven en dus werd door de WIC besloten zelf een aandeel in de slavenhandel te verwerven.
Goudkust en Slavenkust
In 1637 werd fort Elmina veroverd op de Portugezen. Dit zou tot 1872 het centrum van de Nederlandse aanwezigheid aan de West-Afrikaanse kust blijven, hoewel de intensiteit per periode en gebied verschilde. Via verdragen met lokale heersers verkreeg men goud en slaven, vandaar de benamingen Goudkust en Slavenkust. De Nederlanders hadden goede verhoudingen met het Ashanti rijk (1701-1957), dat voornamelijk lag in het tegenwoordige Ghana. Deze goed georganiseerde staten konden op meer respect rekenen dan de ‘wilden’ die Europeanen in andere gebieden ontmoetten. Zo omschreef een Nederlandse handelaar de koning van Ouida als de beleefdste en 'milddadigste' van alle Afrikaanse heersers.
Titel: Piet Hein en de zilvervloot - Oorlog en handel in de West
Auteur: Wendy de Visser
ISBN: 9065504540
Uitgever: Verloren
Prijs: €10,-
Forten en Factorijenstrijd
Zoals gezegd hadden de Europese landen nauwelijks controle over de Afrikaanse binnenlanden. Ook konden zij weinig veranderen aan de hoeveelheid geproduceerde goederen. Hun voornaamste doel was daarom een (zo groot mogelijk) gedeelte van de handel te controleren zodat andere landen er niet met de winst vandoor gingen. Er werd dus vooral gevochten tussen Europese staten onderling over de forten en factorijen langs de kust. Zo was Fort Nassau in het huidige Ghana afwisselend in Nederlandse, Portugese en Britse handen. Ondertussen vochten Afrikaanse heersers om de macht in het binnenland, iets waar de koopvaarders aan de kust soms pas veel later of helemaal niets van vernamen.
Einde van de WIC in West-Afrika
In tegenstelling tot de VOC was de WIC niet succesvol in het handhaven van haar monopolie. Behalve buitenlandse mogendheden voeren ook veel kooplieden uit Nederland buiten de compagnie om op Afrika. Uiteindelijk gingen alle Nederlandse bezittingen verloren aan Afrikaanse of Europese staten.
Opkomst kolonialisme
  • Richting het jaar 1500
    steeds meer ontdekkingsreizen

  • Christoffel Columbus
  • (India)nen en Amerika

  • Doel van de kolonisten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantages en
kolonialisme
  • Kleine bootjes in binnenland     -->
  • Ander klimaat in Amerika!
  • Suiker, tabak, katoen, koffie, thee en kleurstof.
  • Suikerrietplantage                          -->

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De WIC
Werkwijze van de WIC (1)
  • Kaapvaart: kapers kregen een kaperbrief om de kaap te verantwoorden 
  • Stichten van handelsposten in West-Afrika
  • Stichten van kolonies
  • Driehoekshandel, kwam tot stand nadat het W.I.C. fort Elmina werd veroverd van de Portugezen in 1637 

Slide 22 - Tekstslide

U schrijft dat er veel producten waren die werden gebruikt als ruilmiddel in de slavenhandel. Hoe groot was de rol van die goederen?
“Niet te overschatten. Dat waren de zogenaamde ‘Guinea-goederen’, en alle producten die de oceaan over gingen om de slavenkolonies draaiende te houden. Die goederen koppelden het (Aziatische) VOC-gebied en het (Zuid-Amerikaanse) WIC-gebied aan elkaar. Wapens vormden vaak een derde tot de helft van de waarde van de goederen die naar Afrika werden verscheept. Dat was een soort vliegwiel: Afrikanen gebruikten die om nieuwe slaven te maken. Met gekleurd katoen uit Azië werden slaafgemaakten gekocht.
“Dat katoen belandde ook in Suriname en Curaçao, waar ze nog steeds onderdeel zijn van de nationale dracht, net als in Afrika. Ook jenever, de ‘Dutch gin’ waar Rotterdam en Schiedam wereldberoemd om waren, was belangrijk. Sterke drank is in Afrika niet alleen een genotsmiddel, maar wordt ook als plengoffer gebruikt in religieuze rituelen. Het vierde product waren kaurischelpen, meegenomen uit Azië, en in Afrika gebruikt als betaalmiddel.”
Werkwijze van de WIC (2)
  • Ontstaan van de driehoekshandel. 
  • Route 1: Van Europa naar Afrika: Europese goederen verhandelen tegen slaven. 

  • Route 2: Van Afrika naar Amerika: slaven werden verhandeld tegen suiker, tabak en katoen.

  • Route 3:  Van Amerika naar Europa: tabak, suiker en katoen werd verhandeld op stapelmarkt. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van de slavenhandel
  • Veel mannen werden weggehaald van Afrikaanse continent.

  • Introductie van drank en vuurwapens in Afrika. 

  •  In totaal zijn er 12 miljoen slaven naar Amerika gebracht.
    - Hoog percentage Afrikanen in Amerika. 

  • Waarvan 5% door de WIC is verscheept. 

  • Vandaag de dag wordt de zwarte bevolking nog steeds onderdrukt. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ladingplan van Frans slavenschip Marie Seraphique dat via Congo-Angola naar Caribisch gebied voer 1769-1770

Slide 29 - Tekstslide

https://www.trouw.nl/es-b8f31550




Huiswerk
Maken opdracht 4 t/m 7 van P2.3
Bekijk de padlet met interessante clips/sites van P2.3

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies