Week 4: pitfalls + check
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat heb je onthouden over het examen schrijven?
Slide 2 - Woordweb
Het examen schrijven maak je...
A
Op de computer
B
Op papier
Slide 3 - Quizvraag
Hoeveel tijd heb je voor het examen schrijven?
A
30 min
B
60 min
C
90 min
D
45 min
Slide 4 - Quizvraag
Op welk niveau doe je schrijfexamen?
A
A1
B
A2
C
B1
D
B2
Slide 5 - Quizvraag
Hoe ziet een examen er uit? Welke opdrachten kan je verwachten?
Slide 6 - Open vraag
Je mag een woordenboek gebruiken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Waar word je op beoordeeld?
Slide 8 - Open vraag
Wanneer krijg je geen cijfer?
Slide 9 - Open vraag
Welke hoofdstukken in NU Engels gaan over schrijven?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Tess, ... of these bikes is yours?
A
witch
B
with
C
which
Slide 22 - Quizvraag
Your special gift is on ... way.
A
it's
B
its
Slide 23 - Quizvraag
She said she was going to Paramaribo ...
A
two
B
too
C
to
Slide 24 - Quizvraag
Is ... anything they can do?
A
their
B
there
C
they're
Slide 25 - Quizvraag
Is the Eiffel Tower taller ... the Domtoren?
A
than
B
then
Slide 26 - Quizvraag
Is this ... book or is it mine?
A
your
B
you're
Slide 27 - Quizvraag
Do you really want to ... any more weight?
A
loose
B
lose
Slide 28 - Quizvraag
Waar ga je de rest van de les mee bezig?
Opdrachten die horen bij de uitleg
Oefenexamen schrijven
Lezen
(andere)Grammar
Oefenen voor een ander examen
