Hst 33 Logica en Geldigheid

Goeiemorgen!
Vandaag uitleg over logica en geldigheid

Herhalen: argumenten beoordelen op juistheid
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Goeiemorgen!
Vandaag uitleg over logica en geldigheid

Herhalen: argumenten beoordelen op juistheid

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud versus vom
Je kunt een argument op inhoud beoordelen 
MAAR OOK kijken naar het verband tussen standpunt en argumenten

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een juist argument?
  • Als het geen onwaarheden bevat
  • Standpunt: Reizen met de trein kost te veel tijd
  • Fout argument: Driekwart van de treinen komt met vertraging aan op de eindbestemming
  • Goed argument: Wie met de trein reist, heeft vaak vertraging

Tip: Je kunt het onderzoeken of controleren of het klopt

Slide 3 - Tekstslide

Argumenten beoordelen
Juiste argumenten: bevatten geen onwaarheden;
zijn aantoonbaar.

NIET: Koffie is slecht voor de gezondheid.
MAAR: Meer dan zes koppen koffie per dag is niet goed voor het hart.



Slide 4 - Tekstslide

Wat was ook weer een drogreden?

A
argument dat klopt
B
argument met droge humor
C
argument dat aannemelijk lijkt, maar niet klopt
D
argument dat geldig is

Slide 5 - Quizvraag

Beoordelen van argumenten
Standpunten worden onderbouwd met een of meer argumenten. Subjectieve argumenten maken een betoog minder sterk.

Argumenten  moeten juist én geldig zijn. 
-Een argument is juist als het alleen waarheden bevat. Je mag dus niet liegen. 
-Een argument is geldig als het argument het standpunt onderbouwt. 

Slide 6 - Tekstslide

Een voorbeeld van een drogreden was een cirkelredenering? Welke optie hieronder is een cirkelredenering?
A
Te snel rijden is gevaarlijk. Dat komt omdat het risico's geeft
B
Te snel rijden is gevaarlijk. Dat komt omdat je niet alles op tijd kunt zien aankomen
C
Te snel rijden is gevaarlijk. Mijn oom heeft zo een ongeluk gemaakt.
D
Te snel rijden is gevaarlijk. Dat komt omdat het milieu onvriendelijk is

Slide 7 - Quizvraag

Welke drogreden?
'Ik vind Hans geen aardige jongen, want ik mag hem niet zo'.
A
Te snelle conclusie
B
Cirkelredenering

Slide 8 - Quizvraag

Morgen zullen we in heel Nederland wel kunnen schaatsen, want ik stond hier vandaag al op het ijs.
A
Te snelle conclusie
B
Cirkelredenering

Slide 9 - Quizvraag

Het is slecht als kinderen onder de zestien op tv komen in een talentenjacht.
A
cirkelredenering
B
overhaaste generalisatie
C
kulargument
D
te snelle conclusie

Slide 10 - Quizvraag

Beoordeel de argumentatie
Hoe je een argument kunt beoordelen:
1. op juistheid (waar/niet waar)
2. op geldigheid (past het bij het standpunt)
3. drogredenen (cirkelredenering, te snelle conclusie) 

Slide 11 - Tekstslide

Hst 33 
gaat over het verband TUSSEN standpunt en argumenten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Beschrijf eens wat logica is?

Slide 14 - Open vraag

Logica
Wetenschap die zich bezighoudt met formele regels van redeneren; onderdeel van vakken wiskunde en filosofie.

Hoe wij met behulp van taal uit bepaalde gegevens of vooronderstellingen (premissen) tot conclusies kunnen komen, die (lijken te) kloppen. 

Juiste opéénvolging van oorzaak en gevolg. 


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Maak af met een logisch argument p-> q
"Als de Corona besmettingscijfers onder jongeren oplopen, ....."

Slide 22 - Open vraag

1a: wanneer is een redeneervorm logisch geldig?

Slide 23 - Open vraag

Hst 32 vs hst 33 Wat is verschil tussen inhoudelijk geldig en logisch geldig

Slide 24 - Open vraag

Opdracht
Maken vraag 2, 3, 4 en 5 blz. 135 

Slide 25 - Tekstslide