DP1 vrijdag 16 februari

DP1 vrijdag 16 februari
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2BasisschoolGroep 8

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

DP1 vrijdag 16 februari

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Inhoud
 Hoe was je week
quiz
Dictoglos
taalmenu

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat maakte Piet Mondriaan
A
Eten
B
Beelden
C
Kleren
D
Schilderijen

Slide 5 - Quizvraag

De afstand van Groningen tot Maastricht:
A
ongeveer 500 km
B
ongeveer 300 km
C
ongeveer 50 m
D
ongeveer 20 km

Slide 6 - Quizvraag

Waar ligt de Afsluitdijk?
A
tussen Zeeland en Zuid-Holland
B
tussen Noord-Holland en Friesland

Slide 7 - Quizvraag

Hij houdt een oogje in het zeil
timer
1:00
A
Hij gaat slapen
B
Het gaat goed met hem
C
Hij let goed op wat er gebeurt

Slide 8 - Quizvraag

Schiphol is een ............................ luchthaven.
A
international
B
internationale
C
internationaal
D
international

Slide 9 - Quizvraag

1 schip
2...........
vul het meervoud in:
A
schippen
B
schips
C
schepen
D
scheppen

Slide 10 - Quizvraag

Ik zit op school
A
omdat het is vrijdag
B
omdat het vrijdag is

Slide 11 - Quizvraag

Ik zit op school
A
want het is vrijdag
B
want het vrijdag is

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord
A
wandelen
B
wandel
C
gewandeld

Slide 13 - Quizvraag

Hoe laat is het op de klok?
A
half 3
B
half 6
C
half 4
D
half 5

Slide 14 - Quizvraag

Hoe laat is het op de klok?
A
kwart over 8
B
kwart over 9
C
kwart voor 3
D
kwart voor 9

Slide 15 - Quizvraag

Hoe laat is het op de klok?
A
half één
B
tien over zes
C
half twee
D
half twaalf

Slide 16 - Quizvraag

Hoe laat is het op de klok?
A
kwart over 6
B
kwart over 7
C
kwart voor 6
D
kwart over 3

Slide 17 - Quizvraag

mother in law
A
viezemoeder
B
schoonmoeder
C
submoeder

Slide 18 - Quizvraag

aunt
A
tant
B
tante
C
ant
D
anti

Slide 19 - Quizvraag

Dictoglos
Ik lees een tekst voor, je schrijft niet mee
Ik lees het weer voor en je maakt notities (ik lees te snel om echt mee te schrijven.)
Ik lees weer voor en je maakt weer notities.

Spreek van tevoren af waar jij en waar je buurman op gaat letten.
Je probeert, met je buurman/vrouw, de tekst op te schrijven.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link