Wk06 / Herhalen en verdiepen

Herhalen en verdiepen
CSD-I
Week 6
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhalen en verdiepen
CSD-I
Week 6

Slide 1 - Tekstslide

Deze week
  • Theorie ophalen (geen nieuwe),
  • Werken aan weekchecks t/m H6,
  • Als er tijd over is:
  •        Herhalende opdrachten
  •        Verdiepende opdrachten

Volgende keer gezamenlijk starten aan H7.

Slide 2 - Tekstslide

Object
Instantie
Klasse

Slide 3 - Sleepvraag

Ezelsbruggetje
Abstracte
Klasse
Instantieert
Concreet
Object

Slide 4 - Tekstslide

Ezelsbruggetje
A bstracte
K lasse
I   nstantieert
C oncreet
O bject

Slide 5 - Tekstslide

Ik wil dat mijn applicatie niet bevriest terwijl een grote afbeelding wordt ingeladen.

Ik maak mijn app dus...
A
Synchroon
B
Asynchroon

Slide 6 - Quizvraag

async
await
new
file
.Text

Slide 7 - Sleepvraag

Op welke regel
wordt een klasse
geïnstantieerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent
"null" op regel 5?
A
Nul
B
Niets
C
Nihil
D
Leeg

Slide 9 - Quizvraag

fileAccess
await
reader
using
stream

Slide 10 - Sleepvraag

Maak een StackPanel-tag met een Orientation-attribuut dat je instelt op 'Horizontal'.

Slide 11 - Open vraag

Maak een TextBlock met de naam "statusEl".

Slide 12 - Open vraag

Kleine demo
Docent bouwt de app, maar doet exact wat de klas zegt:
Layout namaken
Event-handler koppelen
Naam in textblock zetten

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag - memoryspel

  1. Speel in duo's
  2. Leg de kaartjes random door elkaar op tafel.
  3. Draai twee kaartjes om.
  4. Als je een match hebt mag je nog een keer.

Match = term + betekenis.
Stilte, werk voor jezelf
Overleg met buur is ok
Werk in groepjes
Doel:
Termen ophalen zodat je ze beter onthoudt.
Hulp:
-
Klaar:
Weekchecks of extra oefeningen H0 t/m H5

Slide 14 - Tekstslide

Wat komt er in de console te staan
A
A
B
B
C
C

Slide 15 - Quizvraag

double getal1 = 4.92;

Hoe zetten we de inhoud van de variabele om naar een string

A
getal.ToString(getal1);
B
getal1 = double.Parse(getal1);
C
getal1.ToString();
D
string.parse(getal1);

Slide 16 - Quizvraag

Welk datatype moet op de puntjes komen.

...... additionals = 9.23;
A
bool
B
double
C
string
D
int

Slide 17 - Quizvraag

Welk datatype moet op de puntjes komen.

...... secundaries = "cargo fasteners";
A
bool
B
double
C
string
D
int

Slide 18 - Quizvraag

Welke term gebruiken we voor onderstaande actie

string userName;
A
instantiëren
B
definiëren
C
classificeren
D
declareren

Slide 19 - Quizvraag

Hoe kan ik één optellen bij een variabele?

A
age = age + 1;
B
age++;
C
age += 1;

Slide 20 - Quizvraag

Hoe krijg ik de helft van een variabele als resultaat
A
age = age / 2;
B
age = age / age;
C
age /= 2;

Slide 21 - Quizvraag

Declareer een lijst met als naam autoMerken waarin de naam van het merk kan worden opgeslagen

Slide 22 - Open vraag

Schrijf de code waarmee je één object / instantie genaamd 'autoKlant' maakt van de class Auto hiernaast.

Slide 23 - Open vraag

De ontwikkelaar heeft foutmeldingen op zijn scherm. Noem de twee redenen waarom de code niet werkt.

Slide 24 - Open vraag

Hoe noem je het deel van de code tussen { en }

Slide 25 - Open vraag

Wat is een object?

Slide 26 - Open vraag

Wat is het verschil tussen declareren en definiëren?

Slide 27 - Open vraag

Wat is het hoogste getal dat in de console wordt getoond?

Slide 28 - Open vraag

In de list autoMerken zijn verschillende merken opgeslagen.
Schrijf de code waarmee de merken op het scherm getoond kunnen worden.

Slide 29 - Open vraag


Met welke code kan ik het merk "Toyota" toevoegen aan de lijst?

Slide 30 - Open vraag

Waarom krijg ik een foutmelding?

Slide 31 - Tekstslide