Drogredenen

Drogredenen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Drogredenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling
 Camera's zijn er steeds meer, dus je kind live volgen op de kinderopvang moet kunnen.

Mee eens? Waarom wel/niet?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
-je weet wat drogredenen zijn

-je kunt de belangrijkste drogredenen toepassen


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
Onjuiste argumenten noemen we drogredenen. Het argument lijkt aannemelijk, maar klopt dus niet.

Bijvoorbeeld: 
'Mijn oma rookte een pakje sigaretten per dag en is 100 jaar oud geworden, dus roken is helemaal niet slecht voor je.'

Slide 4 - Tekstslide

Extra:
In dit argument wordt een overhaaste generalisatie gemaakt. Er wordt gesteld dat omdat oma oud is geworden, ondanks het roken van een pakje sigaretten per dag en dat dit voor iedereen zou gelden. Dit is echter niet het geval, waardoor het argument foutief is en dus een drogreden.
Drogredenen
  • Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
  • Cirkelredenering
  • Verkeerde vergelijking
  • Overhaaste generalisatie
  • Ontduiken van bewijslast
  • Verkeerd autoriteitsargument
  • Beroep op traditie
  • Persoonlijke aanval

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De onjuiste oorzaak-gevolgrelatie


Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.
Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus het rijden met een e-bike is gevaarlijk.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
'Sinds de jaren tachtig worden er computers gebruikt in het basisonderwijs. En sinds de jaren tachtig hebben jongeren minder parate kennis. Door het gebruik van computers op school, hebben jongeren dus minder parate kennis.'

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De cirkelredenering
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.

Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkelredenering

'Dit nieuwe kabinet maakt er echt een puinhoop van, want het kabinet doet helemaal niets goed!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zij is altijd erg goed met jongeren, dus zij zou een goede docent zijn.
A
Cirkelredenering
B
Onjuist oorzaak-gevolg
C
geen van beiden

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verkeerde vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar.

Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten, want in een bus zit die toch ook niet ?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkeerde vergelijking

'Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg!'


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De overhaaste generalisatie 
Op grond van een of een enkel voorval, wordt er een conclusie getrokken die voor alle gevallen geldt.


Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar oud geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overhaaste generalisatie

'Hardlopen is helemaal niet gezond. Bij de marathon van vorige week is een man in elkaar gezakt en ter plekke overleden aan een hartaanval!'

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontduiken van bewijslast
Je formuleert je argument zo dat je je tegenstanders ervan weerhoudt het standpunt tegen te spreken:

'Natuurlijk ben ik tegen de doodstraf. Ieder weldenkend mens is daar toch tegen!'

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontduiken van bewijslast
'De aarde is plat. Bewijs maar dat het niet zo is!'



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkeerd autoriteitsargument
Je gebruikt iemand als bewijs die helemaal geen autoriteit of expert is op het gebied van het onderwerp.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkeerd autoriteitsargument
'Ik weet zeker dat deze maaltijd gezond is, want dat heeft mijn fitnesstrainer gezegd.'

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroep op traditie
Je geeft een argument dat gebaseerd is op het idee dat iets zo moet blijven omdat het altijd al zo geweest is.

'Waarom zou ik een mobiele telefoon aanschaffen? Vroeger had niemand een mobiele telefoon en de communicatie verliep altijd prima.'

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroep op traditie
Natuurlijk moeten leerlingen met pen en papier blijven werken, dit is altijd zo geweest.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke aanval
Bij een persoonlijke aanval wordt er niet op de bal, maar op de persoon gespeeld. 

 'Als je tegen Zwarte Piet bent, dan ben je geen echte Nederlander'. 

Dit argument valt iemand aan op zijn mening 


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke aanval
Wat weet jij nu van gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland stelt niets voor, want het is maar een klein kikkerlandje.

A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik praat helemaal niet te veel. Geef me één goede reden waarom ik minder zou moeten praten.’
A
Verkeerde vergelijking
B
Ontduiken van bewijslast
C
Cirkelredenering

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We eten nooit later dan zes uur, dus nu ook niet.
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werklozen zijn te beroerd om te werken, dat zie je wel aan mijn buurman.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 26 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke drogreden gebruikt Johan Derksen hier?
A
Verkeerde vergelijking
B
Vertekenen van het standpunt
C
Persoonlijke aanval
D
Cirkelredenering

Slide 28 - Quizvraag

C
Femke Bol moet wereldkampioen sprinten worden. Louis van Gaal vindt dat ook.’
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Verkeerde vergelijking
C
Onjuist oorzaak-gevolgrelatie

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dat hoef ik niet te bewijzen, dat is gewoon zo!
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Debatvorm "De Luchtballon"

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies