2.2 Fascisme en communisme Deel A

Nakijken opdracht 4 t/m 6  van Paragraaf 2.1
Klaar? werkboek dicht, aantekeningenschrift voor je
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Nakijken opdracht 4 t/m 6  van Paragraaf 2.1
Klaar? werkboek dicht, aantekeningenschrift voor je

Slide 1 - Tekstslide

Het interbellum
2.2 Fascisme en communisme



Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
Fascisme en Italië
- Je weet hoe Mussolini opkwam in Italië.
- Je kunt beschrijven hoe Italië een totalitaire dictatuur werd.



Slide 3 - Tekstslide

Fascisme

Slide 4 - Tekstslide

Italië tijdens WOI
Eerste jaar neutraal, maar ging uiteindelijk meevechten aan de kant van de geallieerden.  Italië moest namelijk weer een machtig lang worden vond de krant: Il populo d'italia (journalist was Benito Mussolini)

Slide 5 - Tekstslide

Na WOI
Italië was bang voor een communistische revolutie en Benito Mussolini presenteerde zichzelf als de sterke man die het land zou redden.  

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Onvrede in Italië over
  •  Onderhandelingen van de 'slechte' Italiaanse regering.
  • Angst voor een revolutie 
  • Werkloosheid (ook onder oorlogsveteranen)




Slide 8 - Tekstslide


Fascisme

  • De naam komt van het voorwerp dat je  hier ziet: een fasces
  • Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool   voor de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.

Slide 9 - Tekstslide

Knokploegen
  • Fasci di Combattimento (Zwarthemden)

  • Leider: Benito Mussolini

  • Gingen de straat op om te knokken met socialisten en communisten




Slide 10 - Tekstslide

Benito Mussolini
     De Fasces (1919) 

  •  Richt een fascistische beweging op
  •  Krijgt veel aanhang

     

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Dictatuur in Italië
- In Oktober 1922 organiseerde Mussolini een 'mars op Rome'
- Daar dreigde hij met geweld als hij de macht niet zou krijgen
- Koning was bang voor burgeroorlog en benoemde hem tot premier
- De jaren daarna schakelde hij met terreur zijn tegenstanders uit en verbood hun partijen
- Italië werd een eenpartijstaat  o.l.v. Mussolini (dictatuur)

Slide 13 - Tekstslide

Kenmerken van fascisme 
  • Fascisme is antidemocratisch: het volk  hoeft niet mee te praten.

  • Er is één leider; Il Duce

  • Militaristisch (Verheerlijking van geweld en het leger)

  • Fascisme is extreem nationalistisch: de eigen staat boven alles. Ze zijn tegen dingen die vreemd zijn en andere culturen

Slide 14 - Tekstslide

Totalitaire staat
  • Leven van burgers in alle aspecten beheersen
  • De staat is het belangrijkst, iedereen moest meewerken
  • Geen individuele vrijheid (tegenstanders werden uitgeschakeld)
  • Volk werd geïndoctrineerd met propaganda
  • Persoonsverheerlijking 


Slide 15 - Tekstslide

- Het fascisme werd een staatsideologie, waarbij de ideeën systematisch werden opgedrongen
- Indoctrineren (indoctrinatie)
- Mussolini werd verheerlijkt als de grote leider (Il Duce) en iedereen moest meedoen aan deze persoonsverheerlijking 
- Wie wel kritiek had op de dictator kreeg te maken met de geheime politie en kon zonder proces gevangen of gedeporteerd worden naar eilanden 

Slide 16 - Tekstslide

Een kleine samenvatting van deze les

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Maken vragen van 2.2

Slide 19 - Tekstslide