Basisstof 3.7 Verwantschap

Welkom
Ga  rustig op je stoel zitten.
Leg je boek/ laptop/ etui op je tafel.
Log vast in bij LessonUp
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga  rustig op je stoel zitten.
Leg je boek/ laptop/ etui op je tafel.
Log vast in bij LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Thema 3 Erfelijkheid en evolutie
Basisstof 3.7 Verwantschap

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
Vragen over basisstof 36?
Uitleg basisstof 3.7
Aan de slag
Les afsluiten/ toets afspreken

Slide 3 - Tekstslide

Aan het eind van de les
  • kun je toelichten wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie. 
  • kun je toelichten dat overeenkomsten in de bouw van organen, de bouw van cellen en de samenstelling van stoffen in cellen duiden op verwantschap. 

Slide 4 - Tekstslide

Verwantschap betekent dat soorten een ................ hebben

Slide 5 - Open vraag

Verwantschap
  •  Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap

Zoeken naar verwantschap door te kijken naar overeenkomst in:
  • de bouw van organen
  • processen in cellen 
  • samenstelling van stoffen in cellen

Slide 6 - Tekstslide

Fossielen
zijn versteende overblijfselen van
organismen of afdrukken
 van organismen in gesteenten.

Slide 7 - Tekstslide

Argumenten voor evolutie
  • Fossielen

  •     soorten zijn ontstaan, veranderd of verdwenen.

Slide 8 - Tekstslide

Fossielen

Versteende afdrukken

of

Versteende organismen (fossielen)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Overeenkomst in bouw
  • Verschillende functies
  • Dezelfde bouw
  • Gemeenschappelijke voorouder

Slide 11 - Tekstslide

Overeenkomst in bouw
  • Dezelfde functie
  • Verschillende bouw
  • Geen gemeenschappelijke voorouder

Slide 12 - Tekstslide

Rudimentaire organen
= Organen die geen functie meer hebben en nauwelijks tot ontwikkeling komen
  • Bewijs dat verschillende soorten een gemeenschappelijke voorouder hebben
 

Slide 13 - Tekstslide

Overeenkomst in embryonale ontwikkeling

Slide 14 - Tekstslide

Stoffen uit cellen
Hoe meer stoffen (zoals DNA en eiwit) overeenkomen bij twee soorten, des te korter geleden hebben ze een gemeenschappelijke voorvader gehad. 

Dit kan steeds nauwkeuriger bepaald worden.

Slide 15 - Tekstslide

Stamboom
- Door DNA te vergelijken kan je een stamboom maken. Dit heet een evolutionaire stamboom.

- Hoe verder naar beneden, hoe langer geleden.


Slide 16 - Tekstslide

Stambomen

Slide 17 - Tekstslide

Stamboom

Slide 18 - Tekstslide

Met welk dier heeft de giraffe het meeste verwantschap?
A
Dwergherten
B
Nijlpaarden
C
Tandwalvissen
D
Baleinwalvissen

Slide 19 - Quizvraag

Welke soorten hebben de meeste verwantschap?
A
Het paard en de hond
B
De hond en de kat
C
Weet niet
D
De kat en het paard

Slide 20 - Quizvraag

Met wie heeft soort B de meeste verwantschap?
A
A
B
C
C
D
D
E

Slide 21 - Quizvraag

Verwantschap is...
A
binnen één soort vergelijkbare eigenschappen hebben
B
het veranderen van een bestaande soort in een nieuwe soort
C
dieren die in dezelfde groep leven en bij elkaar blijven
D
een vergelijkbare eigenschap van een gemeenschappelijke voorouder krijgen

Slide 22 - Quizvraag

Wie heeft de meeste verwantschap met de gorilla?
A
Apen van de nieuwe wereld
B
Chimpansees
C
Orang-oetans
D
Gibbons

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een rudimentair orgaan
A
Een orgaan dat je voorouders ook hadden
B
Een orgaan dat je niet langer nodig hebt
C
Een orgaan waar je niet buiten kunt

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een rudimentair orgaan van de mens
A
Hersenen
B
Dikke darm
C
Blinde darm
D
Kleine teen

Slide 25 - Quizvraag

Welke zijn het meest met elkaar verwant?
A
Walvisachtigen en herten
B
Kameelachtigen en varkens
C
Herten en holhoornigen
D
Dwergherten en herten

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een rudimentair orgaan
A
Een orgaan dat je voorouders ook hadden
B
Een orgaan dat je niet langer nodig hebt
C
Een orgaan waar je niet buiten kunt

Slide 27 - Quizvraag

Welke zijn het meest met elkaar verwant?
A
Walvisachtigen en herten
B
Kameelachtigen en varkens
C
Herten en holhoornigen
D
Dwergherten en herten

Slide 28 - Quizvraag

Aan de slag
Lezen: basisstof 3.7
Maak opdracht 1 t/m 4. Van opdracht 5 t/m 11 kies je er nog 2 uit om te maken.

Slide 29 - Tekstslide

Verwantschap

Slide 30 - Woordweb