In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
COMMUNICATIE
Les 1
Slide 1 - Tekstslide
Meme van de dag
Slide 2 - Tekstslide
Aan het einde van deze les
- Kun je omschrijven wat communicatie is
- Kun je omschrijven wat zakelijke communicatie is
- Kun je de begrippen interactie, medium & feedback omschrijven
- Kun je de verschillende soorten communicatie benoemen
Slide 3 - Tekstslide
Waar denk jij aan bij communicatie?
Slide 4 - Woordweb
Wat is communicatie?
Communicatie is het overbrengen van informatie van de een naar de ander.
Bij communicatie gaat het altijd om het uitwisselen van woorden en signalen tussen mensen. Dat kan rechtstreeks, maar steeds vaker gebruiken we hier een medium voor.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is zakelijke communicatie?
Slide 6 - Woordweb
Als je communiceert met een collega of klant dan noem je dat zakelijke communicatie.
Als je met een klant communiceert doe je dat namens de organisatie waarvoor je werkt.
Voorbeelden van zakelijke communicatie:
een zakelijke e-mail
een zakelijke brief
een zakelijk telefoongesprek
een zakelijk overleg
een bedrijfsfilm
Slide 7 - Tekstslide
Bij zakelijke communicatie let je op het volgende:
wees gastvrij
wees niet te persoonlijk
wees niet emotioneel
wees beleefd
wees duidelijk
wees concreet
luister naar de ander
Slide 8 - Tekstslide
Persoonlijke verzorging
Je communiceert ook met je kleding en uiterlijk. Bij uiterlijke verzorging hoort dat je er netjes en verzorgd uit ziet. Je kleding moet passen bij het werk dat je doet. Als je er netjes en verzorgd uitziet, voelen mensen zich bij je op hun gemak.
Slide 9 - Tekstslide
Soorten communicatie
Eenzijdige communicatie
Tweezijdige communicatie
Verbale communicatie
Non-verbale communicatie
Slide 10 - Tekstslide
Eenzijdige communicatie
Eenrichtingsverkeer
De zender is nooit tegelijk de ontvanger
Vaak via een tussenweg en niet rechtstreeks
Tweezijdige communicatie
De ontvanger heeft de mogelijkheid om te reageren op wat de ander zegt
Er is sprake van interactie
Slide 11 - Tekstslide
Een boek lezen is..
A
Eenzijdige communicatie
B
Tweezijdige communicatie
Slide 12 - Quizvraag
A
Eenzijdige communicatie
B
Tweezijdige communicatie
Slide 13 - Quizvraag
Het lezen van een informatiebrochure
Intakegesprek
Chat in een groepsapp
Eenzijdige communicatie
Tweezijdige communicatie
Meerzijdige communicatie
Slide 14 - Sleepvraag
Verbale communicatie
Verbale communicatie is de communicatie waarbij iemand met woorden (gesproken of geschreven) informatie overbrengt.
Non-verbale communicatie
Alle communicatie die niet via woorden verloopt, valt onder non-verbale communicatie.
Bewust: Bijv.: zwaaien
Onbewust: Bijv.: Zweten, blozen
Slide 15 - Tekstslide
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
Slide 16 - Quizvraag
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
Slide 17 - Quizvraag
Interactie
Is een ander woord voor wisselwerking, wederzijdse beïnvloeding.
Bij interactie reageert de een op de ander en gaan boodschappen heen en weer.
Slide 18 - Tekstslide
Medium
Communicatie kan direct plaatsvinden tussen twee mensen, maar communicatie kan ook indirect plaatsvinden. Er is dan sprake van een medium.
Een medium is een informatiedrager die zorgt voor de overdracht van de boodschap.
Wat zijn voordelen? Wat zijn nadelen?
Slide 19 - Tekstslide
Welk misverstand is er hier?
Slide 20 - Tekstslide
Je zit achter de balie. Je krijgt een telefoontje van een bezoeker en hij vraagt of er een parkeergelegenheid is. Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee
Slide 21 - Quizvraag
De stagebegeleider geeft feedback aan de stagiaire die onderuitgezakt zit en boos kijkt.
Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee
Slide 22 - Quizvraag
De stagebegeleider maakt middels een gebaar duidelijk dat de student nog even moet wachten op de gang. Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quizvraag
De docent mailt een student dat zij een onvoldoende heeft voor haar opdracht.
Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quizvraag
"Je kunt niet niet communiceren"
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Dirk zegt tegen collega Jamila: 'Ik ga zo meneer Driesen helpen. Help jij mevr. Reus?'
Wie is de zender? Wie is de ontvanger? Wat is de boodschap?
Slide 27 - Tekstslide
Feedback
Feedback is het terugkoppelen van informatie van de ene persoon naar de andere, waarbij duidelijk gemaakt wordt hoe de boodschap (of het gedrag) van de een op de ander overkomt.
Mondelinge communicatie zonder feedback stopt vrijwel meteen. Als zender heb je namelijk behoefte aan feedback, al zijn het maar kleine geluidjes zoals 'hmm' of knikjes van het hoofd.
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
In de communicatie heb je in de basis 3 kernbegrippen: zender - boodschap - ontvanger. Jeroen legt aan Marloes de nieuwe protocollen uit. Wie/wat is hier de zender, ontvanger, boodschap?
Slide 31 - Open vraag
Slide 32 - Tekstslide
Woorden
Wat wordt er letterlijk gezegd.
Intonatie
Hoe wordt iets gezegd (stemgebruik).
Lichaamstaal
Welke houding, gezichtsuitdrukking en gebaren heeft iemand.
Slide 33 - Tekstslide
Problemen door ruis
Ruis omvat alle factoren in zender, ontvanger en omgeving die de communicatie bemoeilijken of verstoren.