Grammar: both, each, all, every, none

Welcome
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome

Slide 1 - Tekstslide

What is our goal for today?
  • Je weet hoe en wanneer je 'both, any, all, every and none' gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

What are we going to do today?
  1. Homework check - 23 (hand in) 
  2. Grammar 7 explanation - TB: page 39
  3. Excercise 25 & 26 - WB: page 63/64 TB: page 39

  • Done?? Check your homework up until now.
  • Dont checking?? Study the irregular verbs/stones/grammar

Slide 3 - Tekstslide

Both = beide/allebei
  • Je gebruikt 'both' bij twee personen, dieren of dingen.

  • Het zelfstandig naamwoord staat in het meervoud.

Example: 
  • Both fugitives were captured by the police.
  • Sarah watched both girls as they entered the room.

Slide 4 - Tekstslide

Each = elke
  • Je gebruikt 'each' bij twee of meer personen, dieren of dingen.

  • Het zelfstandig naamwoord staat in het enkelvoud.

Example: 
  • He has a small tattoo on each arm.
  • Each year Kevin goes skiing in Austria.

Slide 5 - Tekstslide

All, every, none= alle/allemaal, iedere, geen/niet een
  • Je gebruikt 'all, every, none' bij drie of meer personen, dieren of dingen.

Example: 
  • The suspect admitted to all charges.
  • A criminal burgled nearly every house in the street.
  • None of the missing jewels were recovered.

Slide 6 - Tekstslide

Each, every = elke, iedere
  • Je gebruikt 'each' om nadruk te leggen op individuele dingen.

  • Je gebruikt 'every' om nadruk te leggen op het geheel.

Example: 
  • He held a glass in each hand.
  • There was police on every corner.

Slide 7 - Tekstslide

... watches belong to Henry.
A
Each
B
Both
C
Every
D
None

Slide 8 - Quizvraag

The police questioned ... of the bank's employees.
(allemaal)
A
each
B
both
C
all
D
none

Slide 9 - Quizvraag

He has a small tattoo on ... arm.
A
each
B
both
C
every
D
none

Slide 10 - Quizvraag

... of the prisoners managed to escape.
(geen)
A
Each
B
Both
C
Every
D
None

Slide 11 - Quizvraag

What are we going to do today?
  1. Homework check - 23 (hand in) 
  2. Grammar 7 explanation - TB: page 39
  3. Excercise 25 & 26 - WB: page 63/64 TB: page 39

  • Done?? Check your homework up until now.
  • Dont checking?? Study the irregular verbs/stones/grammar

Slide 12 - Tekstslide

Noem de drie vormen:
worden

Slide 13 - Open vraag

sound design

Slide 14 - Woordweb

Noem de drie vormen:
eten

Slide 15 - Open vraag

Noem de drie vormen:
gaan

Slide 16 - Open vraag

Noem de drie vormen:
vechten

Slide 17 - Open vraag

Noem de drie vormen:
vliegen

Slide 18 - Open vraag

What was our goal for today?
  • Je weet hoe en wanneer je 'both, any, all, every and none' gebruikt.

Slide 19 - Tekstslide

Homework
  • Excercise 25 & 26 

  • Irregular verbs: 1 - 60, TB: page 145

  • Stones: 5 & 6

  • Grammar: 6 & 7

Slide 20 - Tekstslide