3M week 47 les één

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

What are we going to do today?

- Who is here?

- Reading

- Previous lesson

- Adverbs of frequency

- End of lesson

Write me words!

A E T R

K P L O

I M S N

H U D F

What did we do the previous lesson?

-> Listening: Top Gear

Homework 

Recap!

Prepositions of time and place

1. Wat zijn de drie voorzetsels?

2. Hoe gebruik ik ze voor plaats?

3. Hoe gebruik ik ze voor tijd?

Adverbs and adjectives: p. 165

Adverbs: bijwoorden

Een adverb zegt iets over een verb, dus over een werkwoord (handig ezelsbruggetje! adverb - verb) . 

LET OP! Na to be, look, taste, feel, seem, smell en appear gebruik je nooit een adverb, maar altijd een adjective!

Adverbs: spelling

Je plakt altijd +ly achter een woord:

honest - honestly

Maar let op:

Eindigt het woord op een -y? doe dan +ily (happy)

Eindigt het woord op een -ic? doe dan +ally (basic)

Eindigt het woord op een -le? doe dan +ly (horrible)

Adverbs: irregular forms

Er zijn ook onregelmatige adverbs. Deze krijgen geen +ly, maar veranderen helemaal of blijven hetzelfde. Deze moet je uit je hoofd leren (p. 247):

good - well

fast - fast

long - long

Adjectives: bijvoeglijk naamwoorden

Adjectives zeggen iets over een zelfstandig naamwoord. 

Ze staan vaak direct voor of achter het woord waar ze wat over zeggen:

That is a cute puppy

That puppy looks cute

Let's watch a video!

Their garden is ... (beautiful)

He spoke ... (nervous)

She was singing ... (horrible)

She helped him so ... (brave)

Work!

Do exercises 46, 50 and the worksheet

Done?

Study on page 172