Must, have to, should, 3TL

aim
Je kunt de Engelse hulpwerkwoorden voor moeten gebruiken
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

aim
Je kunt de Engelse hulpwerkwoorden voor moeten gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

vertaal: Kijk altijd uit als je op zee windsurft.

Slide 2 - Open vraag

moeten

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Should or Have to
Should: advies
Have to: regel

Slide 10 - Tekstslide

Must or Have to
 Must: Als het van jezelf moet


Have to: Als het van iemand anders moet

Slide 11 - Tekstslide

Mustn't / Don't have to
Must not:  dat moet je niet doen
You mustn't  do that; it is dangerous


Don't have to:  dat hoef je niet te doen .
You don't have to do that; nobody is forcing you.

Slide 12 - Tekstslide

Fill In: You ................ be in class before the 2nd bell
A
must
B
have to
C
should
D
shouldn't

Slide 13 - Quizvraag

fill in: You............................. be polite to teachers
A
have to
B
should
C
must
D
don't have to

Slide 14 - Quizvraag

You ................... tell someone if someone in your class is being bullied
A
have to
B
must
C
should
D
mustn't

Slide 15 - Quizvraag

must

Slide 16 - Open vraag

mustn't

Slide 17 - Open vraag

have to

Slide 18 - Open vraag

don't have to

Slide 19 - Open vraag

should en shouldn't

Slide 20 - Open vraag