(WEEK 20) Present Perfect & Adverbs

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

to (online) English class 👋🏻

WEEK 19 (today's homework)

WEEK 20 (this week)

WEEK 21 (next week)

Present Perfect

Onderwerp

Vorm "to have"

Voltooid Deelwoord

I

You

We

They

He

She

It

have

has

WW + ed

of

3de rijtje

onregelmatige ww.

ZIE OOK 5.4

Voltooid Tegenwoordige Tijd - Bevestigend

Let's see if you can do this!

Fill in the Present Perfect:
"... Merel and Jill ... (to call) the restaurant?"

Fill in the Present Perfect:
"I ... (to say) this a million times already"

Fill in the Present Perfect:
"I ... (not / to talk) to her."

Fill in the Present Perfect:
"They ... (to listen) to this song already."

Fill in the Present Perfect:
"I ... (not / to find) my phone yet."

Fill in the Present Perfect:
"She ... (to draw) that painting."

Hoe gaat de "Present Perfect" bij jou?

😒🙁😐🙂😃

Op naar het volgende onderwerp..

Bijwoorden

Dichtbij            Verweg

Enkelvoud          This                    That

Meervoud          These                Those

Bijwoorden zijn woorden als:

probably / really / just / always / never / usually / still

Bijwoorden

Dichtbij            Verweg

Enkelvoud          This                    That

Meervoud          These                Those

Wat jij moet kunnen is dit soort woorden op de juiste plek in een Engelse zin plaatsen.

Welke zin is juist?

1. I never eat McDonalds.
2. I eat never McDonalds.
3. I eat McDonalds never.

Bijwoorden

Dichtbij            Verweg

Enkelvoud          This                    That

Meervoud          These                Those

In een Engelse zin plaats je een bijwoord:

- ná een vorm van to be, zoals am, is of are

Bijvoorbeeld: You are never late.

- vóór elk ander werkwoord

Bijvoorbeeld: I really like Christmas.  

Even oefenen..

Op welke plek moet het bijwoord "Often"?
"He (A) listens (B) to the radio (C)."

1. A
2. B
3. C

Op welke plek moet het bijwoord "Usually"?
"Tim (A) is (B) very friendly (C)."

1. A
2. B
3. C

Op welke plek moet het bijwoord "Always"?
"My gran (A) goes (B) for a walk (C) in the morning (D)."

1. A
2. B
3. C
4. D

Op welke plek moet het bijwoord "Still"?
"I (A) am (B) mad (C) at him (D)."

1. A
2. B
3. C
4. D

Hoe gaat de "Plaats van Bijwoorden" bij jou?

😒🙁😐🙂😃