Hoofdstuk 16 paragraaf 16.4 tm 16.7

BOA
HOOFDSTUK 16
16.4 TM 16.5
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BOAMBOStudiejaar 1,3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

BOA
HOOFDSTUK 16
16.4 TM 16.5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT HEBBEN WE DE VORIGE LES GEDAAN?
SCHULD
OPZET
POGING
VOORBEREIDING

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SCHULD
OPZET

STRAFBARE POGING
VOORBEREIDING
GROVE NALATIGHEID
MET HET OOGMERK
MET DE BEDOELING 
MISDRIJF 8 JAAR OF MEER
RUIMTE HUREN 
ONVOORZICHT GEHANDELD
-1/3 OP HOOFDSTRAF 
BEGIN VAN DE UITVOERING GERICHT OP T VOLTOOIEN MISDRIJF

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deelneming aan strafbare feiten
Bij het begaan van een strafbaar feit kunnen meerdere personen betrokken zijn.

Verschillende manieren deelnemen aan het strafbare feit

WvSr kent maar 2 vormen van deelnemen die strafbaar zijn:

- als de dader van een strafbaar feit
- als de medeplichtige van een misdrijf






Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ARTIKEL 47 WVSR
1. Als daders van een strafbaar feit worden gestraft:

1°.zij die het feit plegen, doen plegen of medeplegen;
2°.zij die door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging, of misleiding of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen het feit opzettelijk uitlokken.

2.Ten aanzien van de laatsten komen alleen die handelingen in aanmerking die zij opzettelijk hebben uitgelokt, benevens hun gevolgen.



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KORT SAMENGEVAT
Deelnemers (Artikel 47 Wetboek van Strafrecht) kunnen als dader van een strafbaar feit (misdrijf of overtreding) worden gestraft:

- pleger
- medepleger
- doen pleger
- uitlokker

Dit zijn dus de 4 vormen van DADERSCHAP!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PLEGER EN MEDEPLEGER
Pleger :           voltooit alle bestanddelen zelf,  geen hulp 
                           Gestraft als dader
Medepleger: in bewuste en nauwe samenwerking met één of                                  meer anderen mede uitvoeren van een strafbaar                                  feit (misdrijf of overtreding)
                            Minimaal 2 daders
                            worden beiden gestraft als dader

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de man een medepleger?
Een man neemt in een winkel een portemonnee weg uit de jaszak van een klant. De klant wordt op dat moment afgeleid door een andere man, die per ongeluk tegen hem op botst.
A
Ja, ze zijn medeplegers. Ze werkten bewust samen
B
Nee, Ze zijn geen medeplegers. Ze werkten niet bewust samen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de man een medepleger?
Een man neemt in een winkel een portemonnee weg uit de jaszak van een klant. De klant wordt op dat moment afgeleid door een maat van de man, die precies op het goede moment 'per ongeluk' tegen hem op botst.
A
Ja, ze werkten bewust samen. Dus ze zijn medeplegers.
B
Nee, ze werkten niet bewust samen. Dus ze zijn geen medeplegers.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

DOENPLEGEN
Bij doen plegen zijn er minimaal twee daders.
1.INTELLECTUELE DADER (DOEN PLEGER):
Dat is de persoon die het strafbare feit bedenkt en het door een ander laat plegen.
Strafbaar als dader
2. MATERIELE DADER  
Hij pleegt he strafbare feit omdat hij daartoe door de doen pleger werd aangezet.
De pleger (materiële dader) gaat vrijuit; niet strafbaar.
De materiële dader is wel de feitelijke pleger, maar hij handelt zonder
enige schuld. 
Hij kan zich met succes beroepen op een strafuitsluitingsgrond zoals overmacht.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frits en Karel hebben de bank overvallen en vluchten het
bankgebouw uit. Zij vluchten een toevallig gereedstaande taxi in.
Zij dwingen de taxichauffeur, onder bedreiging van een pistool, hen te helpen vluchten.
De taxichauffeur wordt zo gedwongen een levensgevaarlijke verkeerssituatie te veroorzaken.
Hij kan zich hier redelijkerwijs niet tegen verzetten.
Welke deelnemingsvorming hebben de taxichauffeur en Frits en Karel?

A
Frits en Karel materiele daders Taxichauffeur is doenpleger
B
Frits en Karel intellectuele daders Taxichauffeur dader
C
Frits en Karel materiele daders Taxichauffeur materiele dader

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wie worden er gestraft in de vorige casus
A
Allemaal als dader
B
Frits en Karel als doenplegers dus als daders Taxichauffeur als pleger
C
Frits en Karel als doenplegers Taxichauffeur gaat vrijuit kan zich beroepen op overmacht, hij werd gedwongen om het strafbare feit te plegen.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

UITLOKKER
Bij uitlokking zijn er minimaal twee daders.
 1. Er is er een ‘intellectuele dader’, die het strafbare feit bedenkt en die een ander opzettelijk uitlokt dit feit te plegen.
 Dit is de uitlokker.
2. Daarnaast is er de ’materiële dader’, die het uitgelokte feit
pleegt.

BEIDEN ZIJN STRAFBAAR!!!!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

UITLOKKINGSMIDDELEN
Om de uitlokker te kunnen straffen als dader moet hij wel een van de 9 uitlokkingsmiddelen gebruiken genoemd in artikel 47 W.v.Sr. om de pleger te brengen tot het plegen van het Strafbare feit.
De uitlokkingsmiddelen zijn:

- giften
- beloften
- misbruik van gezag
- geweld
- bedreiging
- misleiding
- verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen
bespotten en beschimpen is geen uitlokkingsmiddel

Poging uitlokking is ook strafbaar!!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ella roept in een opwelling dat ze een Chanel tasje zou willen hebben.
Een heimelijke aanbidder steelt het tasje vervolgens voor haar. Is Ella uitlokker?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vrouw doet vergif in een kopje thee dat haar man nietsvermoedend aan het bezoek serveert. Het bezoek wordt heel ziek.
Wie is hier strafbaar?
A
de vrouw
B
de man
C
de vrouw en de man
D
geen van beiden

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

MEDEPLICHTIG (art.46 WvSr)
KENMERK:
- medeplichtige heeft een duidelijke en ondergeschikte rol bij het plegen of voorbereiden van het strafbare feit

- hulp na het misdrijf, zoals bv klaarstaan met een auto om goederen en de daders af te voeren of verbergen van gestolen goederen, valt niet onder medeplichtigheid. 
Het verbergen van personen of van goederen die met het misdrijf te maken hebben, is strafbaar gesteld in artikel 189 W.v.Sr.

- Straf is max 2/3 van het wettelijke maximum




Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een man beraamt een roofoverval. Hij vraagt een bekend om voor €100,- voor hem op de uitkijk te gaan staan.
Van welke vorm van deelneming is hier sprake?
A
Doen plegen
B
Medeplegen
C
Medeplichtigheid
D
Uitlokken

Slide 18 - Quizvraag

Nee, de man die op de uitkijk staat is medeplichtig vanwege zijn ondergeschikte
rol.
Twee mannen beramen een diefstal. Ze maken plannen, kopen spullen en huren een opslagruimte voor hun buit. Aangekomen op de plaats van bestemming besluiten ze dat het veiliger is als een van hen op de uitkijk blijft staan, terwijl de ander naar binnen gaat.
Van welke deelnemingsvorm is hier sprake?
A
Doen plegen
B
Medeplegen
C
Medeplichtigheid
D
Uitlokken

Slide 19 - Quizvraag

Ja, nu zijn de mannen wel medeplegers omdat ze samen het misdrijf voorbereide
en uitvoeren. Dat de ene man op de uitkijk gaat staan en de andere naar binnen gaat, is min of meer toevallig.
1

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:00
Welke vorm van deelneming is op de gewapende mannen van toepassing?
A
medeplegers
B
medeplichtigen
C
uitlokkers
D
Doen plegers

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Strafbaarheid van rechtspersonen
Naast natuurlijke personen bestaan er in het recht ook de
zogenaamde rechtspersonen.

Rechtspersonen zijn in het Burgerlijk Wetboek gecreëerd om ze partij
te kunnen laten zijn in het civiele recht. ( nodig voor o.a. sluiten overeenkomsten)

De rechtspersonen
De wet kent:
1. publiekrechtelijke rechtspersonen
2. en privaatrechtelijke rechtspersonen







Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtspersonen
Tot de publiekrechtelijke rechtspersonen behoren onder andere:
- de staat
- de provincies
- de gemeenten
- de waterschappen
Tot de privaatrechtelijke rechtspersonen worden gerekend:
- verenigingen
- besloten vennootschappen
- naamloze vennootschappen
- coöperaties
- stichtingen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strafbare feiten kunnen worden begaan door:
Strafbare feiten kunnen niet alleen door natuurlijke personen, maar ook door rechtspersonen worden begaan (Artikel 51 lid 1 Wetboek van Strafrecht).

Het woord ‘begaan’ omvat niet alleen plegen, maar ook:
- doen plegen
- medeplegen
- uitlokking
- en medeplichtigheid aan het begaan

Moet wel betrekking hebben met de ondernemersactiviteiten

Niet echt alle feiten  en niet alle straffen ( geen gevangenisstraf wel geldboete)


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies