Th 6 Voortplanting bij planten en dieren

Thema 6 Voortplanting bij planten en dieren

Aantekeningenschrift op tafel
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 Voortplanting bij planten en dieren

Aantekeningenschrift op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
-  Basisstof 1
- Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt in eigen woorden de onderdelen inclusief kenmerken en functies van een bloem beschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Bloemkelk
Bloemkelk bestaat uit kelkbladeren en is groen.

Slide 6 - Tekstslide

Bloemkroon
- Bestaat uit kroonbladeren
- Groot, opvallend en fel gekleurd.

Slide 7 - Tekstslide

Vrouwelijk voortplantings-orgaan


= de stamper
Bestaat uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel.

Slide 8 - Tekstslide

Zaadbeginsel bevat een eicel
en celkern

Vrouwelijk geslachtscel

Slide 9 - Tekstslide

Mannelijk voortplantings-orgaan


= de meeldraden
Bestaat uit helmdraad en helmknop

Slide 10 - Tekstslide

Meeldraden
In de helmknop worden stuifmeelkorrels (pollen) geproduceerd = mannelijk geslachtscel

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Waarom is het handig dat de bloemkroon felle kleuren bevat?

Slide 13 - Open vraag

Vrouwelijke bloem
Mannelijke bloem
Meeldraden
Stamper

Slide 14 - Sleepvraag

Vrouwelijke bloem
Mannelijke bloem
Meeldraden
Stamper

Slide 15 - Sleepvraag

Waarom is het handig dat de bloemkelk groen is?

Slide 16 - Open vraag

De bladeren van de bloemkelk heten de ...
A
Kroonbladeren
B
Kelkbladeren

Slide 17 - Quizvraag

De kroonbladeren zijn vaak felgekleurd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet de vrouwelijke geslachtscel?

Slide 19 - Open vraag

Uit welke twee onderdelen bestaat een meeldraad?

Slide 20 - Open vraag

Wat wordt er gevormd in een helmknop?

Slide 21 - Open vraag

Zelfstandig werken
  • Thema 6 basisstof 1 Bloemen maken
  • Alle opdrachten behalve de samenvattingsopdracht
  • Rustig overleg met degene naast je
  • Klaar? Test jezelf maken of leren voor het proefwerk van volgende week

Slide 22 - Tekstslide

Benoem twee dingen die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Open vraag