§2.3: de Inuit

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

§2.3a: de Inuit

Planning

- Weektaak

- Leerdoelen

- §2.3a: de Inuit

- Weektaak

Weektaak

- Bespreken opdrachten: 

opdracht 6 en 7.

Leerdoelen

Ik weet welke mensen er wonen en hoe zij daar leven.

Ik kan de drie luchtstreken noemen en de daarbij horende breedteligging.

Ik kan uitleggen waarom het op hoge breedte kouder is dan op lage breedte.

   Ik kan drie kenmerken geven van de poolstreken.

Opdracht: Ronde 1:

- Lees eerst de tekst van pagina 28: Enorme oppervlakte en Toendra.

En B48 en B49 in je basisboek. 

- Dit doe je in stilte. (8 minuten)

- Klaar?

Lees nu B87 en B88

Opdracht: Ronde 2:

- Maak nu een mindmap met de volgende onderdelen er in:

De Inuit: Enorme Oppervlakte. 

Wat zijn de inuit?, hoeveel zijn er ? waar leven ze?

Kenmerken van de Toendra, Toendra en B87. 

Hoe ziet het landschap eruit? Welke begrippen horen erbij?

Kenmerken van de ijskappen, B88

Hoe ziet het landschap eruit? Welke begrippen horen erbij?

Luchtstreken B48 en B49. 

Welke zijn er? en Hoe ontstaan ze?

Opdracht: Ronde 3:

- Bespreek met de gene naast je de Mindmaps. 

- Vergelijk de mindmaps.

- Vul elkaars mindmap aan.

- Geef elkaar tips.

Weektaak: 

2.3 Weektaak:

WB. 31 en 32. LB.28 en 29.

Opdrachten:

2 t/m 7.