3V SK NOVA katern les 8 - 3.3 rekenen met atoommassa

NOVA katern 
Paragraaf 3.3

Les 7 : Rekenen aan reacties m.b.v. atoommassa


Nodig: schrift en rekenmachine 
VWO
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

NOVA katern 
Paragraaf 3.3

Les 7 : Rekenen aan reacties m.b.v. atoommassa


Nodig: schrift en rekenmachine 
VWO

Slide 1 - Tekstslide

3.3 Rekenen aan reacties
Aan het eind van deze les kun je
  • de massa van een molecuul berekenen met de atommassa
  • met de reactievergelijking en atoommassa de massaverhouding berekenen waarin stoffen met elkaar reageren
  • met de massaverhouding berekenen hoeveel gram reactieproduct ontstaat

Slide 2 - Tekstslide

Atoombouw
Een atoom bestaat uit:
- elektronen (-)
- protonen (kern) (+)
- neutronen (kern)(o)
welke deeltjes bepalen de massa van het atoom?

Slide 3 - Tekstslide

Gebruik voor de volgende vragen blz 62 van je katern
Hier staat de atoommassa in het Periodiek Systeem

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de atoommassa van koolstof
A
12,0u
B
6,0g
C
6,0u
D
12,0g

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de atoommassa van Fosfor
A
19,0u
B
9,0u
C
31,0u
D
15,0u

Slide 6 - Quizvraag

Massa van een molecuul berekenen
Om de massa van een molecuul te berekenen moet je weten:
- de molecuulformule
- de atoommassa van de atomen

Molecuulmassa berekenen van ontleedbare stoffen
Atoommassa's van alle atomen in 1 molecuul bij elkaar optellen.
De molecuulmassa van NaCl = 1 x 22,990 + 1 x 35,45 = 58,44 u

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de molecuulmassa van water?
A
9 u
B
10 u
C
17 u
D
18 u

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de molecuulmassa van difosforpentaoxide
A
142 u
B
70 u
C
110 u
D
54 u

Slide 9 - Quizvraag

wat is de molecuulmassa van ammoniak?
A
15 u
B
16 u
C
17 u
D
18 u

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de molecuulmassa van water?

Slide 11 - Open vraag

Wat is de molecuulmassa van waterstof?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de molecuulmassa van koolstofmonoxide?

Slide 13 - Open vraag

Reactievergelijking
Om moleculen te vormen reageren stoffen in een vaste verhouding, bijvoorbeeld waterstof en zuurstof reageren in de verhouding 2:1 (2 moleculen waterstof reageren met één molecuul zuurstof)
2 H2 + O2  -> 2 H2O

Slide 14 - Tekstslide

Massaverhouding
Uit het vorige hoofdstuk weten we dat er ook een massaverhouding is waarin stoffen met elkaar reageren
Nu leer je deze zelf berekenen met behulp van de atoommassa's
Tabel 2.1 blz 53

Slide 15 - Tekstslide

massaverhouding berekenen met atoommassa
2 H2 + O2  -> 2 H2O

  • bereken de massa van 2 moleculen H2 en 1 molecuul O2
  • wat is de massaverhoudig?

Slide 16 - Tekstslide

Bereken de massaverhouding voor deze reactie
  • CH+ H2O -> CO + 3H2

Slide 17 - Tekstslide

Rekenen met atoommassa's
CH4 + H2O -> CO + 3H2
   16    :   18      :  28   :   6 

Bereken hoeveel gram CO ontstaat uit 10 gram CH4

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de massaverhouding behorende bij de volgende reactievergelijking:
2H2O2H2+O2

Slide 19 - Open vraag

Hoeveel gram zuurstof ontstaat bij de ontleding van 15 gram water?

Slide 20 - Open vraag

Maak de reactie vergelijking kloppend en geef de massaverhouding:
...P+...O2...P2O5

Slide 21 - Open vraag

Hoeveel gram fosfor is nodig voor het maken van 25 gram P2O5?
- stel de reactievergelijking op
- bereken de massaverhouding
- beantwoord de vraag

Slide 22 - Open vraag

Wat is de massaverhouding behorende bij de volgende reactievergelijking:
4NH3+7O24NO2+6H2O

Slide 23 - Open vraag

 Eigen werk
LEREN:   H3.3 aantekeningen leren (niet tekst katern)
MAKEN:  
H3.3 opgave 32
H3.5 opgave 33a+d en opgave 34
Bereken eerst zelf de massaverhouding, zoals je geleerd hebt in deze les. Je hoeft bij de rekenopgaven GEEN rekening te houden met significantie

Slide 24 - Tekstslide