JN1 week 2.4 en 2.5 docent

Welkom
   Leg je spullen op tafel            
      - Ipad
      - Boeken
      - Etui
     
& Werk verder via LessonUp

Heb je vragen? 
Kom in de kring
met schrift
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom
   Leg je spullen op tafel            
      - Ipad
      - Boeken
      - Etui
     
& Werk verder via LessonUp

Heb je vragen? 
Kom in de kring
met schrift

Slide 1 - Tekstslide

Aan de slag
1) Ga bij LessonUp naar week 2.4 en 2.5
2) Kijk bij de slides waar je gebleven bent
3) Werk verder op jouw eigen tempo

Hoe?           Individueel
Hulp?         Tafelgroep of docent
   Uitleg van de docent? -> Schrijf een duidelijke hulpvraag op!
timer
25:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen
  • BKGT:    Oefenen voor de toets (A20 t/m A25)
                      
  • HV:          Hoeken berekenen (B14 t/m B18)
                       & oefenen voor de toets (B5 t/m B18)

Slide 3 - Tekstslide

Aan de slag
1) Ga bij LessonUp naar week 2.4 en 2.5
2) Kijk met welke leerdoelen je aan de slag gaat
3) Volg de slides van begin tot einde

Hoe?           Individueel
Hulp?         Tafelgroep of docent
   Uitleg van de docent?  ->  Schrijf een duidelijke hulpvraag op!
timer
25:00

Slide 4 - Tekstslide

Hoekensom driehoek
De som (+) van de hoeken van een driehoek is altijd 180 graden





Alle hoeken opgeteld = 180 graden

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld hoekensom driehoek
Alle drie de hoeken samen = 180 graden.
Hoek A + Hoek B = 100 + 50 = 150 graden.
Voor hoek C blijft dus nog 30 graden over.






Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld hoekensom driehoek
Het kan ook sneller:
Hoek C = 180 - hoek A en hoek B
180 - 100 - 150 = 30 graden

Nu wiskundig goed opgeschreven:
C=180°AB
C=180°100°50°=30°
(hoekensom driehoek)

Slide 7 - Tekstslide

Hoekensom driehoek
Voorbeeld:





                                                                  (hoekensom driehoek)
C=180°AB
C=180°35°115°=30°

Slide 8 - Tekstslide

Bij het berekenen van hoeken kun je de regels hierboven gebruiken

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld hoeken berekenen met meerdere driehoeken
In driehoek PQR geldt:
PS = QS


Bereken

                                      (basishoeken)
                                                                       (hoekensom driehoek)
                                                         (gestrekte hoek)
Q1=32°enQ12=90°
S1enS2
P=Q1=32°
S1=180°32°32°=116°
S2=180°116°=64°

Slide 10 - Tekstslide

 Z-hoeken
Wat zijn Z-hoeken?

Slide 11 - Tekstslide

Z-hoeken

Slide 12 - Tekstslide

Z-hoek

Slide 13 - Tekstslide

F-hoeken
F-hoeken

Slide 14 - Tekstslide

F - hoeken

Slide 15 - Tekstslide

F-hoeken
Twee lijnen zijn evenwijdig en de F-hoeken zijn gelijk

Slide 16 - Tekstslide

Overstaande hoeken

Slide 17 - Tekstslide

Overstaande hoeken
Hoek P1 en hoek P3 zijn overstaande hoeken.

Hoek P1 en hoek P3 zijn dus even groot.

Hoek P3 is dus ook 45 graden.

Slide 18 - Tekstslide

Regels voor hoeken berekenen
- Hoekensom driehoek
- Overstaande hoeken
- Gestrekte hoek
- Rechte hoek
- Basishoeken (gelijkbenige driehoek)
- Gelijkzijdige driehoek (alle hoeken zijn 60 graden)
- F-hoeken
- Z-hoeken
- Bissectrice

Slide 19 - Tekstslide