Met de komst van Alexander de Grote, en zijn verovering van een groot deel van de wereld, verspreid de Griekse cultuur zich over Europa, Noord-Afrika en Azië. Alexander wilde alle volken in zijn rijk tot één volk maken. Daarom verspreidde hij de Griekse cultuur, maar nam hij ook dingen uit andere culturen over. Deze gemixte cultuur wordt hellenisme genoemd, naar het land Hellas (zoals de Grieken Griekenland noemde). Dit was de tweede fase. De Grieken vonden hun eigen cultuur de beste. Omdat ze andere volkeren niet konden verstaan (volgens hun klonk het als: "barbarbar"), noemden ze hun: barbaren.