BB Politiek Europees Bestuur

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Noem twee redenen waarom de EGKS is opgericht?

Slide 4 - Open vraag

In 1992 werden twee belangrijke punten afgesproken. Welke hoort er niet bij?
A
Vrij verkeer van goederen en diensten
B
De invoering van de Euro
C
Alle landen zijn welkom in de EU
D
Een groot Europees leger

Slide 5 - Quizvraag

EGKS
EG
EU
Brexit

Slide 6 - Sleepvraag

De EU landen werken veel samen. Wat is geen voorbeeld van samenwerking?
A
Eerlijke concurrentie
B
Gezamenlijk werken aan het milieu
C
Vrij verkeer van goederen
D
Europese leger

Slide 7 - Quizvraag

2

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

705
29

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Dagelijks bestuur van de EU
Voert wetten uit
Eurocommissaris
Controleert of of de lidstaten zich aan de wet houden
Elke vijf jaar gekozen
Beslist mee met wetgeving/ controleert EC
751 leden

Slide 30 - Sleepvraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Tekstslide

3. Beslist (mee) over nieuwe wetten en controleert de Europese Commissie.
A
Europees Parlement
B
Europese Commissie
C
Europese raad van ministers
D
Raad van Europese Unie

Slide 35 - Quizvraag

5. Dagelijks bestuur van de EU
A
Europees Parlement
B
Europese Commissie
C
Raad van Europese Unie
D
Europese Raad

Slide 36 - Quizvraag

6. Europees Hof van Justitie
A
dagelijkse bestuur
B
onafhankelijke rechterlijke macht
C
beslist mee over wetten
D
bestaat uit alle ministers

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Video

Slide 39 - Tekstslide