Reinaert de Vos - les 3 Hoofdstuk 3 en 5

Middeleeuwse
literatuur

Reinaert de Vos


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Middeleeuwse
literatuur

Reinaert de Vos


Slide 1 - Tekstslide

Planning
Volgende week woensdag (18 mei): toets Reinaert.
Wat moet je kennen? Het verhaal en de context.
  • Deze hoofdstukken: 1, 2, 3, 5, 6, 7, 9.
  • Deze opdrachten: A1, 2, 3, 8, 9, 10, 14, 15, 16, 28, 29, 35, B37, A40, 41, B43, 44, A52, 53, 63, 64, 65.
De vragen helpen je om het verhaal te begrijpen. Op de toets krijg je soortgelijke vragen. 

Slide 2 - Tekstslide

In deze les...
Nog 6 lessen = 1 hoofdstuk per les. 
In de les: zelf lezen en werken. Aan het einde van de les korte bespreking/ check van het hoofdstuk.

Dit blokuur: hoofdstuk 3 en 5.

Slide 3 - Tekstslide

Aan de slag
Lees hoofdstuk 3 (blz. 28-39). Dit is een verhaalhoofdstuk.
Beantwoord vraag A14, 15, 16. (Werk alles uit in één document).

Had je de vragen van hoofdstuk 1 en 2 al afgemaakt? 
Zo niet, maak ze af. 

Zo meteen: quiz hoofdstuk 3.

Slide 4 - Tekstslide

Quiz hoofdstuk 3

Slide 5 - Tekstslide

Hoe heet het kasteel waar Reinaert woont (en waar Bruun naar op weg is)?

Slide 6 - Open vraag

Waarmee verleidt Reinaert Bruun?
A
Dikke, vette muizen
B
Verse honingraten
C
Potten met honing
D
Worteltjestaart

Slide 7 - Quizvraag

Wie is Lamfroit?
A
Een edelman
B
Een pastoor
C
Een boer
D
Een timmerman

Slide 8 - Quizvraag

Wat raakt Bruun kwijt?
A
Zijn neus
B
Een oor
C
Het vel van z'n voorpoten
D
Zijn jas

Slide 9 - Quizvraag

Wat is Bruuns redding?
A
Reinaert heeft medelijden en komt voor hem op.
B
Hij springt in de rivier en zwemt weg.
C
De vrouw van de pastoor valt in het water en moet gered worden.
D
Lamfroit verliest zijn bijl en wil dat iedereen helpt zoeken.

Slide 10 - Quizvraag

Wie wordt op pad gestuurd om Reinaert voor de tweede keer te dagen?
A
Cantecleer de haan
B
Tibeert de kater
C
Firapeel de panter
D
Grimbeert de das

Slide 11 - Quizvraag

Pauze

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Lees hoofdstuk 5 (blz. 46-57). Dit is weer een verhaalhoofdstuk.
Beantwoord vraag A28, 29. (Werk alles uit in één document).

Had je de vragen van hoofdstuk 1, 2 en 3 al afgemaakt? 
Zo niet, maak ze af. 

Zo meteen: quiz hoofdstuk 5.

Slide 13 - Tekstslide

Quiz hoofdstuk 5

Slide 14 - Tekstslide

Waarmee verleidt Reinaert Tibeert?
A
Dikke, vette muizen
B
Verse honingraten
C
Potten met honing
D
Worteltjestaart

Slide 15 - Quizvraag

Wie slaan Tibeert in elkaar?
A
Lamfroit
B
De pastoor
C
Julocke
D
Martinet

Slide 16 - Quizvraag

Hoe redt Tibeert zichzelf?
A
Hij bijt de neus van de pastoor eraf
B
Hij bijt het klokkenspel van de pastoor eraf
C
Hij bijt de lul van de pastoor eraf
D
Hij bijt de hand van de pastoor eraf

Slide 17 - Quizvraag

Waarom wordt Reinaert nog een keer gedaagd en niet gewoon een koppie kleiner gemaakt?
A
Je had altijd recht op drie dagingen.
B
Grimbeert de das komt voor hem op.
C
De koning wilde niet naar Maupertuus komen.
D
Dat mocht niet zomaar van de kerk.

Slide 18 - Quizvraag

Wat doet Reinaert voordat hij meegaat?
A
Hij biecht.
B
Hij krijgt veertig slagen.
C
Hij vast.
D
Hij dineert.

Slide 19 - Quizvraag

Tot welke straf voor Reinaert wordt besloten?
A
Radbraken
B
De galg
C
De guillotine
D
Verbanning

Slide 20 - Quizvraag

Tip: belangrijke begrippen
Begrippenlijst achterin het boekje --> leren!



Slide 21 - Tekstslide

Beantwoord vraag A28 en 29 en vraag B31.

Slide 22 - Tekstslide

Hoofdstuk 3: beantwoord vraag A28 en 29 en vraag B31.
Huiswerkopdracht: In de Reinaert komen heel veel juridische aspecten voor. Hoe zit het met de rechtsspraak nu?

Zoek uit: als jij iemand wil aanklagen (van bijv. mishandeling), hoe gaat dat in zijn werk? Zoek uit van stap 1 (de aanklacht) tot de laatste stap (straf). Noteer belangrijke begrippen met hun betekenis. Werk netjes uit in je document.

Slide 23 - Tekstslide