In deze les zitten 7 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Bepaal de verzameling door opsomming.
A∪B=
A∩B=
A∖B=
{3,9}
{5,10}
{15,30}
{3,9,15,30}
{5,10,15,30}
{3,5,9,10,15,30}
{3,5,9,10}
Slide 1 - Sleepvraag
Zijn de volgende uitspraken waar of niet waar?
Slide 2 - Tekstslide
Als een getal een priemgetal is, dan is het oneven.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Als een getal deelbaar is door twee, dan is het oneven.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Als een getal positief is, dan is dat getal een natuurlijk getal.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Als twee hoeken complementair zijn, dan vormen ze samen 90°.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Op tafel liggen 4 kaarten met telkens aan de ene kant een letter en aan de andere kant een cijfer.
Welke kaart(en) moet je omdraaien om er zeker van te zijn dat de uitspraak ‘Als er aan de ene kant een D staat, dan staat er aan de andere kant een 3’ waar is?