§5.3 - les 1

Lesplanning
Groep digitaal
  1. Uitleg §5.3 Warmtetransport
  2. Starten opgaven §5.3 
  3. Vragenrondje om 10:50 uur
  4. Afronden opgaven §5.3
  5. Korte afsluiting 
  6. Enquête
Groep op school
  1. Uitleg §5.3 warmtetransport
  2. Opgaven §5.3 maken
  3. Rond 10:55 uur
    Demo warmtetransport
  4. Enquête
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning
Groep digitaal
  1. Uitleg §5.3 Warmtetransport
  2. Starten opgaven §5.3 
  3. Vragenrondje om 10:50 uur
  4. Afronden opgaven §5.3
  5. Korte afsluiting 
  6. Enquête
Groep op school
  1. Uitleg §5.3 warmtetransport
  2. Opgaven §5.3 maken
  3. Rond 10:55 uur
    Demo warmtetransport
  4. Enquête

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je...
  • drie soorten warmtetransport noemen;
  • herkennen wanneer er sprake is van geleiding, straling en stroming.

Slide 2 - Tekstslide

Warmte VS temperatuur
Warmte
Warmte is de hoeveelheid energie die zich verplaats van een voorwerp met een hoge temperatuur naar een voorwerp met een lage temperatuur.

Slide 3 - Tekstslide

Warmtetransport

Slide 4 - Tekstslide

Geleiding
  • Warmte wordt van de ene plaats in een vaste stof doorgegeven aan een andere plaats. 
  • Moleculen geven warmte door, door tegen elkaar te trillen. 
  • De moleculen blijven op hun plaats.

Slide 5 - Tekstslide

Stroming
  • Warmte verplaatst zich door de beweging van een gas of vloeistof.

  • Een warme vloeistof of gas is lichter waardoor het opstijgt.
Het water zorgt ervoor dat elk deel van het eten in contact komt met de warmte, terwijl het tegelijkertijd voorkomt dat het eten te heet wordt op 1 plek en daardoor zal verbranden.

Slide 6 - Tekstslide

HOT
COLD
Warmte verplaats zich alleen als er sprake is van een temperatuurverschil

Warmte stroomt  
van hoge naar lage
 temperaturen

Slide 7 - Tekstslide

Straling
  • Warmte verplaatsing door straling.
    Als deze straling door een voorwerp wordt geabsorbeerd wordt dit voorwerp warm.

  • Er is geen tussenstof nodig.

  • Het kampvuur zendt zichtbare warmtestraling (licht) en onzichtbare warmtestaling (infraroodstraling) uit. 

Slide 8 - Tekstslide

Straling
Het zilverfolie weerkaatst de
straling waardoor de warmte bij
de kampeerder blijft.

Slide 9 - Tekstslide

Straling
Elk voorwerp zendt straling uit.
Des te hoger de temperatuur van
het voorwerp des te hoger de stralingsenergie van de
uitgezonden straling. 


Slide 10 - Tekstslide

De tegels van de badkamer voelen koud aan als je er met je blote voeten op gaat staan.
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 11 - Quizvraag

Je zit naast een kampvuur en voelt de warmte op je gezicht.
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 12 - Quizvraag

Via de golfstroom komt veel warm zeewater van de evenaar naar de noordzee.
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 13 - Quizvraag

De vloeistof in een thermometer wordt warm als je deze in een pan heet water zet.
A
Stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 14 - Quizvraag

Het lepeltje dat al een tijdje in de hete thee staat voelt warm aan de bovenkant
A
Stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag
  • §5.3 digitaal - alle opgaven in je leerroute
  • kijk kritisch na, stel je vragen
Groep online
om 10:50
vragenrondje

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Verder werken
Groep online
om 11:07
Klassikaal

Slide 18 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je...
  • drie soorten warmtetransport noemen;
  • herkennen wanneer er sprake is van geleiding, straling en stroming.

Slide 19 - Tekstslide

Heb je de lesdoelen behaald? Zo nee, wat beheers je nog niet.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide