sinterklaas

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welk liedje?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide


In de 16 eeuw zetten kinderen thuis de schoen. Wat kregen zij?
A
Geld
B
Schoolspullen
C
Speelgoed, snoep of zout
D
Niets

Slide 6 - Quizvraag


Waarom zeggen ze dat 
Sinterklaas uit Spanje komt?
A
Hij is begraven in Bari. Tijdens de opstand hoorde dat bij Spanje
B
Ze waren in die tijd nog niet zo goed in geografie
C
Hij heeft leefde het grootste deel van zijn leven in Spanje
D
Hij ging vaak op reis naar Spanje

Slide 7 - Quizvraag


Voor WOII was er maar 1 Piet. Na WOII zijn er veel Pieten. Waarom?
A
Na alle armoede van WOII waren er veel cadeaus en dus veel pieten nodig
B
De Canadezen, die ons bevrijdden, wilden allemaal Piet spelen
C
Er kwamen steeds meer kinderen, het werd een beetje verdacht dat 1 iemand alle pakjes kon brengen

Slide 8 - Quizvraag


Wat is de officiële naam 
van Sinterklaas?
A
Sint Nico
B
Sint Maarten
C
Sint Nicolaas
D
Sinterklaas

Slide 9 - Quizvraag

Met wat voor soort boot komt Sinterklaas naar Nederland?
A
Stoomboot
B
Speedboot
C
Roeiboot
D
Cruiseschip

Slide 10 - Quizvraag

Welke lekkernij zie je op deze foto?
A
speculaas
B
marsepein
C
taai taai
D
pepernoten

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Hoe heet het paard van Sinterklaas?
A
Amerigo
B
Schimmel
C
O zo snel
D
Slecht weer vandaag

Slide 13 - Quizvraag

De inpakpiet moet nog 3 zakken cadeautjes inpakken. In elke zak zitten 5 cadeaus. Hoeveel cadeaus moet hij nog inpakken?
A
10
B
40
C
72
D
15

Slide 14 - Quizvraag

De bakpiet heeft 25 pepernoten gebakken en 25 kruidnoten. Hoeveel koekjes heeft hij nu in totaal?
A
40
B
42
C
50
D
0

Slide 15 - Quizvraag

Surprise is een Engels woord. Wat betekent het eigenlijk?
A
verrassing
B
knutselwerkje
C
cadeau
D
doos

Slide 16 - Quizvraag

Wat is zwaarder: 1000 gram pepernoten of 1 kg marsepein?
A
1000 gram pepernoten
B
1 kg marsepein
C
Ze zijn even zwaar
D
Dit weet je niet

Slide 17 - Quizvraag

Stola
Staf
Albe
Ring
Tabberd
Mijter
Mantel

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Tekstslide

Pepernoten
Taaitaai
Banketstaaf
Marsepein
Schuimpjes
Gevuld speculaas
Chocoladeletter
Kruidnoten

Slide 20 - Sleepvraag

Dit was het dan! Duimpje omhoog als je de quiz leuk vond.
Veel plezier met pakjesavond!

Slide 21 - Tekstslide